Gemengd beeld grondstoffenmarkten
Grondstoffen blijven dit jaar achter
In deze Uitgelicht gaan we dieper in op de huidige situatie op de grondstoffenmarkten. Sinds twee jaar weten beleggers de weg naar grondstoffen weer te vinden. In 2021 beleefden commodities een enorm sterk jaar, met een flinke outperformance ten opzichte van aandelen. In 2022 onderschreven de grondstoffenmarkten het belang van diversificatie. Aandelen en obligaties gingen onderuit, terwijl grondstoffen in de plus eindigden. Dit jaar is het beeld gemengd. Energiegrondstoffen, veruit de grootste sector, krabbelt na een slecht eerste half jaar uit een dal. Daartegenover geven basismetalen en agrarische grondstoffen juist terrein prijs. Edelmetalen zijn na een korte opleving in maart gestabiliseerd. Levend vee blijkt dit jaar veruit de best presterende sub sector. Ten opzichte van aandelen valt het rendement dit jaar tegen.
Grondstoffenmarkten zijn volatiel
Vanuit historisch perspectief zijn grondstoffen altijd een volatiele beleggingscategorie geweest. Periodes met hoge rendementen worden steevast afgewisseld met diepe dalen. De jaren zeventig en tachtig waren bij uitstek de beste periode voor grondstoffen met een gemiddeld jaarlijkse rendement van meer dan 10%. In de periode tussen 1990 en 2009 was het jaarlijkse rendement nog rond de 4%. Maar tussen 2010 en 2020 was het rendement belabberd. In tien jaar verloor de S&P GSCI Index meer dan 40% in waarde. Een deel daarvan werd goed gemaakt in de afgelopen twee jaar, maar dit jaar laat vooralsnog te wensen over. Een breed gespreide index daarentegen, zoals onze benchmark (S&P GSCI Equal Weight F3 Index), liet in dezelfde periode een stabieler rendement zien.
Olieprijs in de lift
Energiegrondstoffen zijn na een slecht eerste half jaar aan een flinke opmars bezig. Onderliggend is het met name de stijgende olieprijs die energiegrondstoffen omhoog stuwt. Deze week sloot de prijs voor een vat Brent olie voor het eerst sinds november af boven de $90. Aanleiding hiervoor was het verlengen van de productiebeperkingen door Saudi-Arabië en Rusland. De economisch malaise in China en de eurozone lijkt de vraag naar olie niet te deren, en ook in de Verenigde Staten is van vraaguitval geen sprake. Nu het aanbod achterblijft bij de vraag, zijn wereldwijde olievoorraden aan het slinken. Dit alles heeft een sterk prijs opdrijvend effect en verwacht wordt dat de olieprijs de opwaartse tendens nog wel even zal vasthouden. Beleggers in de termijnmarkt voor oliecontracten verwachten wel dat de markt gaat aantrekken. De huidige ‘backwardation’ duidt dan ook op snelle normalisatie. De prijs voor aardgas veerde deze week kortstondig op, omdat medewerkers van verschillende LPG-bedrijven staakten. Europese gasvoorraden zijn echter op peil en vooralsnog voorzien handelaren geen tekorten ontstaan.
Basismetalen vallen tegen
Dit jaar kennen basismetalen, na een korte opleving in januari, een tegenvallend jaar. Het rendement van deze sector wordt met name gedreven door de prijs van vier basismetalen: koper, aluminium, zink en nikkel. De prijs van een ton koper blijft dit jaar min of meer constant rond de $8.300. Dit staat nog ver af van de prijzen die in 2020 betaald werden. De koperprijs is een belangrijke indicator voor de staat van de wereldeconomie. Een sterke prijsstijging, een mogelijke indicatie van economisch herstel, blijft vooralsnog uit. Als we vooruit kijken zijn er een aantal zaken die de koperprijs sterk beïnvloeden. Zo is koper is een van de belangrijkste grondstoffen voor de energietransitie en verdere elektrificatie van de maatschappij. De fors toegenomen vraag naar elektrische auto’s draagt dan ook significant bij aan de toekomstige vraag naar koper. Ook geldt, net als voor andere aardmetalen, dat de aanbodkant lastig is te vergroten op korte termijn. Het duurt immers jaren om een kopermijn operationeel te maken. De prijs voor andere basismetalen als aluminium, zink en nikkel zakten dit jaar flink terug. De afnemende vraag zorgde ervoor dat deze respectievelijk 9%, 19% en 34% zakten ten opzichte van eind december.
Hogere reële rente deert goudprijs nog niet
Edelmetalen beleven een tamelijk stabiel jaar. De goudprijs noteert 5% hoger dan eind december, en sloot de week af op $1.924 per troy ounce. Terwijl de prijs voor zilver met 5% daalde. Wegens de beperkte industriële toepassingen zijn de goud- en zilverprijs minder gevoelig voor de economische conjunctuur. Goud wordt dan ook meer gezien als valuta dan als echte grondstof. Vooral ten tijde van financiële onrust veren de prijzen voor edelmetaal op en geldt goud als safe-haven. Tijdens het uitbreken van de coronapandemie, de Russische invasie in Oekraïne en de financiële onrust in maart van dit jaar schoot de prijs voor een troy ounce zelfs tot boven de $2.000. Na de laatste korte opleving, daalde de goudprijs om vervolgens rond $1.900 te stabiliseren. Een belangrijke drijver voor de goudprijs is de (reële) kapitaalmarktrente. In de basis geldt dat een hogere rente een drukkend effect heeft op goudprijs. Verwacht wordt daarom dat de fors gestegen (reële) rente tegen de hoge goudprijs in kan werken.
Dalende graanprijs trekt de sector landbouwproducten mee omlaag
De prijzen voor landbouwproducten zijn dit jaar fors teruggevallen en dat is op z’n minst opmerkelijk, omdat de graandeal tussen Rusland en Oekraïne deze zomer op z’n einde liep. Tot op heden is het niet gelukt om de graandeal nieuw leven in te blazen. Desalniettemin exporteert Oekraïne nog steeds volop graan over de Zwarte zee. Deze ‘onverwachte’ stimulans voor de aanbodkant draagt bij aan de ruime daling van de prijs voor een bushel graan, die dit kalenderjaar met 30% kelderde. Ook de prijs van mais zakte met meer dan 30%. Mede nadat bekend werd dat de Verenigde Staten verwacht dit jaar een record hoeveelheid aan mais te gaan oogsten. De prijs voor sojabonen en rijst heeft ook een stap terug gedaan en noteert ruim 10% lager. De prijzen voor softs, landbouwproducten als koffie, suiker en cacao, zijn juist fors gestegen. De prijs voor suiker nadert daarmee bijna de recordprijs $846 per ton uit 2011. De kleinste sector van de grondstoffenmarkt, het levend vee noteert dit jaar wel de beste cijfers. Met kalenderjaarrendement van 12% blijft het daarmee de grotere sectoren flink voor.
Amerikaanse economie drijft de kortetermijnverwachtingen
Op de korte termijn lijkt het erop dat de opwaartse trend voor een aantal grondstoffen kan doorzetten. Het beperkte aanbod lijkt de teruglopende vraag goed te accommoderen. De ‘zachte landing’ van de Amerikaanse economie is daarbij wel een belangrijke uitgangspunt voor de vraag naar grondstoffen. Mocht deze onverhoopt tegenvallen dan zal dit een behoorlijke weerslag hebben op de wereldeconomie, en grondstoffenmarkten in het bijzonder. De hoge prijselasticiteit van veel grondstoffen maakt ze extra gevoelig voor plotselinge vraaguitval.
Grondstoffen diversifiëren de portefeuille
Het behaalde (en verwachte) rendement is een belangrijke factor om een belegging in grondstoffen te overwegen. Toch is het ook belangrijk om andere punten in ogenschouw te nemen. Grondstoffen staan er bij uitstek om bekend goed te diversifiëren ten opzichte van traditionele belegginscategorieën. Gemiddeld genomen is de correlatie tussen grondstoffen en aandelen laag en tussen grondstoffen en staatsobligaties zelfs negatief. Een allocatie naar grondstoffen biedt hierdoor de mogelijkheid om het risico-rendementsprofiel van de totale portefeuille te verbeteren. Vooral in periodes van hoge inflatie kunnen grondstoffen van toegevoegde waarde zijn. Een goed gespreide grondstoffenportefeuille is daarmee een nuttige bouwsteen voor een robuuste strategische beleggingsportefeuille.