Naderend einde van renteverhogingen
Renteverhogingen tijdelijk on hold
Het blijft gissen of de Europese Centrale Bank (ECB) de beleidsrente in de volgende vergadering verder zal optrekken. Afgelopen week hield voorzitter Christine Lagarde haar poot stijf en liet zich niet verleiden tot het geven van verdere duiding. Tijdens haar lezing bij het European Economics en Finance Centre werd het enorme tempo van renteverhogingen nog maar eens benadrukt. Dat de Europese economieën aan het afkoelen zijn, is wel duidelijk. Maar of dit voldoende is om de renteverhogingen tijdelijk on hold te zetten, moet nog blijken. In aanloop naar de vergadering van de ECB op 14 september gaat ongeveer een derde van de beleggers er vanuit dat de beleidsrente wordt opgetrokken. Het merendeel rekent er dus op dat de ECB een pas op de plaats zal maken. In de Verenigde Staten is het de aanstaande Federal Reserve Open Market Committee (FOMC) vergadering die de gemoederen bezig houdt. Eigenlijk gaan beleggers er niet vanuit dat de Fed de rente deze keer zal verhogen. Des te belangrijker is de toelichting van Fed-voorzitter Jerome Powell over het eventueel ophogen van de beleidsrente in het vierde kwartaal. De robuuste en goed presterende Amerikaanse economie zorgt voor de nodige hoofdbrekers bij de bestuursleden van de Amerikaanse centrale bank.
Beleggers stellen hun verwachtingen voor Europese (ESTR) en Amerikaanse (SOFR) kasgeldrente bij
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Bedrijvigheid valt verder terug
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Verwachtingen westerse economieën gematigd
Dat de forse renteverhogingen uiteindelijk hun weerklank vinden op de economie wordt langzaam maar zeker duidelijk. Het verhogen van de beleidsrente als middel van centrale banken om de inflatie te beteugelen, werkt met een vertraging door in de economie. Rentegevoelige sectoren, zoals de vastgoed- en financiële sector, worden hier logischerwijs als eerste door getroffen. Daarna sijpelt dit langzaam door naar de verschillende lagen van de economie. Dit is steeds meer terug te zien in de cijfers. De definitieve cijfers van de bedrijvigheid in augustus voor zowel de Verenigde Staten als de eurozone zijn verder naar beneden bijgesteld, gemeten volgens de S&P Global PMI. Deze indices zakken daarmee nog verder onder de marktverwachtingen. In de eurozone daalde de samengestelde PMI (composite) tot 46,7, waarbij een niveau onder 50 duidt op krimp. In de Verenigde Staten viel het niveau in augustus terug tot 50,2, ten opzichte van 52 in juli, wat enigszins wijst op stagnatie. Daarnaast is ook het Europese groeicijfer over het tweede kwartaal herzien, dat daardoor op kwartaalbasis 0,2%-punt lager uitviel. Met name de industrie blijft in de hoek zitten waar de klappen vallen. In Duitsland, hét industrieland van Europa, ligt het vertrouwen van inkoopmanagers op een historisch dieptepunt. Ook is de industriële productie opnieuw gedaald en bedrijfsorders vielen ver terug.
Voorlopig nog geen einde aan Chinese malaise
De Chinese economie koelt verder af. Deze week werd bekend dat zowel de Chinese import als de export verder is teruggelopen. De tegenvallende binnenlandse vraag zorgde ervoor dat de invoer van goederen met 7,3% daalde ten opzichte van een jaar geleden. De mondiale vraaguitval naar Chinese producten deed de export zelfs met 8,8% dalen. Het idee dat China de motor is van de mondiale economische groei komt hiermee verder onder druk te staan. De maatregelen die vorige week werden aangekondigd om de economie, en met name de fragiele woningmarkt te stimuleren, hebben nog niet het gewenste effect. Zo zakte de Chinese yuan tot het laagste punt in 16 jaar. Dit stelt de beleidsmakers in Beijing voor een probleem. Om de koersval van de yuan te stutten zag men zich genoodzaakt om buitenlandse valutareserves van de hand te doen.