Centrale banken houden koers
Europese inflatie zet daling door
De inflatiedruk in de eurozone kalft langzaam verder af. In de eerste maand van het jaar zijn de inflatiecijfers van de grote Europese economieën lager dan verwacht. Vorige week werd al bekend gemaakt dat het prijspeil van de eurozone in januari daalde ten opzichte van afgelopen december. Gemeten volgens de Europese geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) viel de jaar-op-jaarinflatie terug tot 8,5%. In diverse lidstaten, zoals Duitsland en Nederland, is het effect van de ‘energiecompensatie’ terug te zien in de inflatiecijfers. Zo liep de prijsstijging in Duitsland terug tot 9,2% en in Nederland tot 8,4%. De afnemende inflatie borduurt voort op de dalende energieprijzen en basiseffecten. Toch steeg de kerninflatie, de inflatie geschoond voor de volatiele energie- en voedselprijzen, onverwacht naar 5,2%. Pas als de kerninflatie afneemt, is er voor de Europese Centrale Bank (ECB) ruimte om het tempo van renteverhogingen af te bouwen. Vooralsnog is er daarom geen reden om het huidige beleid te heroverwegen.
Europese inflatie daalt verder
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Inflatieverwachtingen van de Universiteit van Michigan blijven ruim boven het Fed-target
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Powell voorziet nog geen einde aan renteverhogingen
De voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Jerome Powell onderstreepte deze week nogmaals dat er voorlopig geen einde komt aan het beleid van renteverhogingen. In de strijd tegen inflatie zouden beleidsrentes wel eens verder kunnen oplopen dan waar vooraf op werd geanticipeerd. Zo gaan sommige beleggers al uit van een beleidsrente van boven de 6%, ruim een procent hoger dan de huidige consensusverwachting. Met name de uitzonderlijk sterke arbeidsmarkt (Uitgelicht Week 5) en aanhoudend hoge kerninflatie zorgen ervoor dat de Federal Reserve (Fed) blijft vasthouden aan haar hawkish houding. Toch lijken de eerste haarscheurtjes in de arbeidsmarkt zichtbaar te worden. Afgelopen weken kondigden meerdere grote (tech) bedrijven forse ontslagrondes aan. Dit was onder andere terug te zien in een onverwachte grote groei van nieuwe en bestaande werkloosheidsuitkeringen. Er zijn echter meer signalen nodig om de Fed tot een ommekeer te bewegen. Pas wanneer in de data duidelijk wordt dat de arbeidsmarkt en (kern)inflatie afkoelen, komt het afbouwen van renteverhogingen terug op tafel.
Het Verenigd Koninkrijk ontloopt nipt een recessie
Het Verenigd Koninkrijk is in het laatste kwartaal van 2022 nipt aan een recessie ontsnapt. De Bank of England (BoE) ging uit van een minimale kwartaalgroei van 0,1%, maar per saldo bleef de omvang de Britse economie gelijk. In het geval van een krimp zou dit het tweede achtereenvolgende kwartaal zijn, en zou de Britse economie in een technische recessie beland zijn. Het Verenigd Koninkrijk is daarmee een van de weinige westerse landen die qua omvang nog niet is hersteld sinds de pandemie. De verwachtingen zijn daarnaast alles behalve rooskleurig. De vertrouwensindicatoren van de inkoopmanagers duiden nog steeds op economisch zwaar weer en ook de industriële productie valt verder terug. Ook op de Britse eilanden spelen hoge energiekosten en een tekort aan arbeidskrachten de inflatie in de hand. Toch gaat de BoE in 2023 van een milde recessie uit. Het blijft echter glad ijs tussen renteverhogingen, het indammen van inflatie en een serieuze recessie aan de ene kant en een ruimer monetaire beleid, hogere inflatie en minder economische afkoeling aan de andere kant.