Regionale verschillen tussen opkomende markten
Amerikaans aandelenrally ten einde
Aandelenmarkten kenden een wisselvallige week. Aan de langste Amerikaanse aandelenrally sinds twee jaar kwam donderdag abrupt een einde. Aanvankelijk zorgden goede bedrijfsresultaten en de verwachting van het einde aan renteverhogingen voor een positief sentiment. De speech van Fed-voorzitter Jerome Powell afgelopen donderdag zorgde echter toch voor (hernieuwde) rentevrees en deed koersen dalen. Aandelen uit ontwikkelde landen sloten de week per saldo met een winst van 1,2% in euro af. Het kalenderjaarrendement in euro komt daarmee uit op 13,1%. Dit is aanzienlijk meer dan het jaarrendement van aandelen uit opkomende markten. Die ondanks een positieve week nog altijd op een winst van slechts 1,5% steken. De regionale verschillen binnen de opkomende markten zijn echter groot. Met name Chinese aandelen vallen met een rendement van -10% in negatieve zin op. De geplaagde Chinese economie geeft beleggers nog altijd weinig vertrouwen in de aandelenmarkt. Aandelen uit de andere opkomende markten, zoals Latijns-Amerika, het Midden-Oosten en Afrika, doen het aanzienlijk beter.
Regionale verschillen in opkomende markten
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Risicovolle-obligatiecategorieën veren op
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Beperkte uitslagen op de obligatiemarkten
Sinds het begin van de maand zijn kapitaalmarktrentes fors gedaald. Deze week stegen kapitaalmarktrentes per saldo. Initieel vielen rentes terug om vervolgens na de hawkish woorden van Fed-voorzitter Powell weer op te lopen. Uiteindelijk sloot de Amerikaanse 10-jaarsrente op 4,65%, een stijging van 8 basispunten ten opzichte van vorige week. De Duitse tegenhanger sloot 7 basispunten hoger af op 2,72%. Ondanks dat risico-opslagen op Europese staatsobligaties en veilige investmentgradeobligaties per saldo iets in kwamen, sloten staats- en kredietobligaties met verlies af. Risicovolle wereldwijde highyieldobligaties konden niet profiteren van de dalende risico-opslagen, maar de depreciatie van de euro zorgde toch voor een kleine plus in euro. Staatsobligaties uit opkomende markten (EMD) in harde valuta sloten, onlangs de lichte stijging van de Amerikaanse rente en de risico-opslag, de week onveranderd af. EMD in lokale valuta daalde doordat het negatieve valutarendement domineerde ten opzichte van het positieve obligatierendement. Dit leidde tot een nipt verlies, en een weekrendement van -0,1% in euro.
Olieprijs op laagste niveau in maanden
Op de valutamarkten was er weinig richtinggevend nieuws. Ten opzichte van de Amerikaanse dollar gaf de euro terrein prijs. De euro daalde 0,4% ten opzichte van de Amerikaanse dollar en sloot af op $1,07. Met name de Japanse yen blijft depreciëren tegenover de euro en Amerikaanse dollar. Binnen de opkomendelandenvaluta zijn het met name de Aziatische munten die het moeilijk hebben, terwijl de Braziliaanse real en de Mexicaanse peso aan waarde winnen. Op de grondstoffenmarkten ging de olieprijs fors onderuit en zakte even onder de $80 per vat om de week af te sluiten op $81,4. De prijs komt daarmee op het laagste niveau in ruim drie maanden. De angst bestaat dat een recessie de toekomstige vraag naar olie zal afremmen. Een verlenging van de Saudische productiebeperkingen is waarschijnlijk als de oliestaat de olieprijs rond het huidige niveau wil houden. De daling van de olieprijs trok energiegrondstoffen, en daarmee de hele GSCI-benchmark mee omlaag. Uiteindelijk sloot de brede grondstoffenindex in euro’s, 3,3% lager af.