Aandelen en obligaties in de min
Aandelen onderuit
Na een lange periode van groene cijfers sloten aandelenbeurzen afgelopen week in het rood. Voor de meeste bedrijven verrasten de resultaten over het tweede kwartaal positief en dit zorgde aanvankelijk nog voor een gunstige stemming. Ook het Amerikaanse banenrapport werd gematigd positief ontvangen. Een afkoelende arbeidsmarkt kan immers leiden tot een pauze in de monetaire verkrappingscyclus van Amerikaanse centrale bank. Toch sloten beurzen af in de min. Kredietbeoordelaar Fitch verlaagde de rating voor Amerikaanse staatsobligaties naar AA+ wat voor de nodige ophef zorgde. De rentestijging die daarop volgde raakte met name de technologieaandelen. Op vrijdagmiddag sloten alle aandelenindices af met verliezen. Aandelen uit ontwikkelde landen eindigden 2,1% lager in lokale valuta en aandelen uit de opkomende markten zakten 1,3%. Ondanks dat technologieaandelen terrein moesten prijsgeven staat de FANG+ Index, de index van de tien grootste technologiebedrijven, dit jaar al op een winst van ruim 70%. Terwijl de Dow Jones Industrial Average daar ver bij achterloopt.
Technologieaandelen beleven een goed jaar
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Amerikaanse 10-jaarsrente nadert hoogste punt van het afgelopen decennium
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Rentes in de lift, obligatierendementen in het rood
De stijgende rente zorgde ervoor dat ook alle obligatiecategorieën in de min afsloten. De rente op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar schoot naar z’n hoogste punt van het jaar, om vervolgens weer iets terug te vallen. Uiteindelijk sloot de Amerikaanse 10-jaarrente af op 4,03%, 8 basispunten hoger dan een week geleden. De Duitse tegenhanger noteerde 7 basispunten hoger. In het Verenigd Koninkrijk verhoogde de Bank of England de beleidsrente, volgens verwachting, met 25 basispunten. Omdat dit al ten dele was ingeprijsd liep de kapitaalmarktrente beperkt op. De 10-jaarsrente steeg daar 6 basispunten. Kredietopslagen op risicovolle bedrijfsobligaties bewogen nauwelijks. Tezamen zorgde dit ervoor dat alle obligatiecategorieën een stap terug deden.
Stijgende olieprijs stuwt grondstoffenrendementen
Energiegrondstoffen waren deze week de enige beleggingscategorie die met een plus afsloten. De zorgen over de aanbodkant en de toenemende vraag naar olie drijven de olieprijs verder op. De prijs voor een vat Brentolie staat nu, met $86,2 nipt hoger dan aan begin van het jaar. De grondstoffenindex (S&P GSCI) is sterk afhankelijk van de prijs voor olie en noteerde een kleine winst. De prijs voor landbouwgrondstoffen ging fors onderuit door een flinke correctie van de graanprijs. Die zakte ruim 10% naar $633 per bushel. De valutamarkten kenden een rustige week. Ontwikkeldemarktvaluta’s lieten beperkte uitslagen zien. De eurodollarkoers blijft steken op $1,10. De Russische roebel is verder weggezakt en staat ruim 30% lager dan aan begin van het jaar.