Europese inflatie blijft hoog
Europese inflatie zwakt af, maar blijft hoog
De Britse consumentenprijsinflatie daalde harder dan verwacht, maar bevindt zich nog steeds op een hoog niveau. De Britse consumentenprijsinflatie (CPI) bedraagt 7,9% en de kerninflatie 6,9%. De CPI in de eurozone bleef onveranderd op 5,5%, terwijl de kerninflatie licht opwaarts werd bijgesteld naar 5,5%. De producentenprijzen (PPI) in Duitsland daalden in juni met 0,3%, waardoor de jaar-op-jaar stijging daalde van 1% naar 0,1%. De ECB verhoogt komende week vrijwel zeker de depositorente met 0,25% naar 3,75%. Het rentepad daarna is onzeker. De kans is groot dat de depositorente in september verhoogd wordt naar 4%, hoewel ECB-havik Klaas Knot aangaf dat dit nog geen zekerheid is. Waar de rentemarkten uitgaan van renteverlagingen vanaf begin 2024, zit de ECB nog steeds op het spoor van een hogere rente voor langere tijd. De ECB laveert tussen het bestrijden van de inflatie(risico’s) enerzijds en het voorkomen dat de voortkabbelende eurozone-economie te hard geraakt wordt anderzijds.
Inflatie Europa daalt, maar is nog steeds hoog
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Economische vooruitzichten verbeteren
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Robuust beeld Amerikaanse economie
De Amerikaanse economie toont over het algemeen een robuust beeld. De Fed verhoogt komende week dan ook vrijwel zeker de beleidsrente met 25 basispunten. Het toekomstige rentepad is nog onzeker, maar de ingeprijsde renteniveaus liepen de afgelopen periode wel wat op. De detailhandelsverkopen in juni waren lager dan verwacht, maar de cijfers van de voorgaande maand werden positief herzien. De industriële productie viel tegen, evenals de prestaties op de huizenmarkt. Het aantal gestarte bouwprojecten, de verkoop van bestaande woningen en het aantal nieuwe bouwvergunningen daalden allemaal harder dan verwacht. Niettemin steeg het sentiment onder woningbouwers. Ook andere indicatoren bevestigen het robuuste beeld. De industriële bedrijvigheid in de staat New York (Empire Manufacturing index) daalde minder sterk dan verwacht, terwijl de bedrijvigheid en de vooruitzichten in de dienstensector juist toenamen. De Philly Fed outlook herstelde minder sterk dan verwacht, maar de verwachtingscomponent bereikte het hoogste niveau van de afgelopen 23 maanden. Het aantal nieuwe werkloosheidsuitkeringen daalde, terwijl een stijging verwacht werd.
Chinees groeimomentum hapert
De verwachtingen voor de Chinese economie waren dit jaar hooggespannen. Echter de economie stagneert, ondanks dat het land bevrijd is van de zeer stringente covid-maatregelen. China kampt namelijk met verschillende problemen: achterblijvende consumentenbestedingen, een instabiele vastgoedmarkt, teruglopende export door “de-risking” van de Verenigde Staten, record jeugdwerkloosheid en torenhoge schulden bij lokale overheden. De 0,8% groei in het tweede kwartaal was weliswaar hoger dan verwacht, de jaar-op-jaar groei bleef met 6,3% achter bij de verwachting van 7,3%. China streeft officieel naar een groei van ongeveer 5% dit jaar. Dit lijkt op het eerste gezicht niet slecht, gezien de verwachte wereldwijde groei van 2,8%. Echter, door de covid-maatregelen in 2022 is de vergelijkingsbasis laag. Als hiervoor gecorrigeerd wordt, ligt de groei waarschijnlijk dichter bij 3%. Dit is minder dan de helft van het pre-pandemische gemiddelde. Ook deflatie, een schadelijke neerwaartse prijsspiraal die de economie pijn doet, lijkt een serieus risico. Zo bedraagt de CPI 0% en zijn de PPI en de GDP- deflator zelfs negatief.