Alle ogen op de Fed en ECB
Piek Amerikaanse beleidsrente lijkt bereikt
Zoals verwacht verhoogde de Fed de Amerikaanse beleidsrente met 25 basispunten tot de bandbreedte van 5% tot 5,25%. Hiermee lijkt de piek voor de Amerikaanse beleidsrente in deze rentecyclus bereikt. Volgens Fed-voorzitter Jerome Powell ligt de beleidsrente nu dicht bij het punt dat het beleid restrictief genoeg is om de inflatie onder controle te brengen. In de toelichting op het rentebesluit schrapte de Fed de tekst dat verdere verkrapping van het beleid nodig is om de inflatiedoelstelling van 2% te bereiken. Tegelijkertijd gaf Powell echter aan dat het besluit voor een rentepauze nog niet definitief is genomen. Dat zal afhangen van hoe de inflatie en economie zich ontwikkelen. Op de financiële markten wordt inmiddels vooruitgekeken naar de eerste renteverlaging. Die zou al na de zomer plaatsvinden als de Amerikaanse economie verder verzwakt. Deze verwachting van een spoedige verruiming van het monetaire beleid lijkt echter voorbarig. De Fed geeft aan de beleidsrente niet wordt verlaagd als de economie en inflatie zich conform de verwachtingen ontwikkelen. Om de Fed van gedachte te doen veranderen moet waarschijnlijk aan twee voorwaarden worden voldaan. De (kern)inflatie moet de komende maanden verder dalen en de Amerikaanse economie moet wegzakken in een recessie.
“People did talk about pausing, but not so much at this meeting. There's a sense that we're much closer to the end of this than to the beginning,”
Fed-voorzitter Jerome Powell
“Based on the information we have today, we have more ground to cover, and we are not pausing, (…) That’s extremely clear.”
ECB-president Christine Lagarde
De ECB is nog niet klaar
Ook de ECB verhoogde de beleidsrente volgens verwachting met 25 basispunten. De depositorente steeg daardoor naar 3,25%. De Europese beleidsrente ligt hiermee op het hoogste niveau sinds 2008. In tegenstelling tot de Amerikaanse centrale bank is de ECB echter nog niet klaar met het verhogen van de beleidsrente. ECB-president Christine Lagarde liet in duidelijke bewoordingen weten dat de ECB de beleidsrente de komende maanden verder zal optrekken. Van een pauze in het rentebeleid is nog geen sprake. Daarmee is een renteverhoging van 25 basispunten in juni zo goed als zeker. Ook zal de ECB per juli stoppen met het herbeleggen van aflopende obligaties uit het Asset Purchase Program. Lagarde bleef vaag over tot hoever de ECB de rente wil verhogen. Volgens de ECB-president is er geen magic number voor de hoogte van de beleidsrente. De centrale bank gaat door met het verkrappen van het beleid totdat de inflatie onder controle is. Zover is het echter nog niet. Lagarde gaf wel aan dat de effecten van de reeks renteverhogingen zichtbaar zijn in de economie. Met name bij de kredietverlening zijn de negatieve gevolgen van de hogere rente duidelijk aanwezig. De kredietverlening in de eurozone staat over een breed front onder druk. De ECB is er echter nog niet van overtuigd dat dit genoeg is om de inflatie onder controle te brengen. Daarmee handhaaft de ECB haar hawkish toon.
Inflatie eurozone nog niet onder controle
De inflatiecijfers uit de eurozone lieten weinig verrassingen zien. De grootste prijsstijgingen zijn achter de rug, maar de kerninflatie blijkt hardnekkig hoog te zijn. Waarschijnlijk duurt het nog geruime tijd voordat die is gedaald naar de 2%-inflatiedoelstelling van de ECB. De jaar-op-jaarverandering van de CPI steeg in april van 6,9% naar 7,0%. Deze stijging komt geheel voor rekening van hogere energiekosten, maar dit effect lijkt tijdelijk. Naar verwachting zal de geldontwaarding de komende maanden de dalende trend hervatten. Onder meer door het uit de inflatiecijfers lopen van sterke voedselprijsstijgingen. De kerninflatie, de inflatie exclusief de volatiele energie- en voedselprijzen, lijkt echter sticky. De kerninflatie zakte in april terug van 5,7% naar 5,6%. Dat is de eerste daling sinds juni 2022. Het is maar de vraag of dit het begin is van een (snelle) daling richting de 2%-inflatiedoelstelling van de ECB. Onderliggend laat namelijk met name de dienstensector hardnekkig hoge prijsstijgingen zien. Positief is wel dat de prijsstijgingen in het bedrijfsleven sterk afkomen. De jaar-op-jaar verandering van de producentenprijzen (PPI) daalde in maart van 13,3% naar 5,9%.