Weinig beweging op de financiële markten

Problemen Amerikaanse bankwezen houden aan

Het sentiment op de aandelenmarkten werd gedomineerd door bedrijfscijfers en aanhoudende problemen in het Amerikaanse bankwezen. De week begon met het nieuws dat de in de problemen geraakte First Republic bank wordt overgenomen door JP Morgan. De impact op het brede marktsentiment en de grote financiële instellingen bleef beperkt. De koersen van andere kleinere en middelgrote Amerikaanse regionale banken kwamen echter wel weer onder grote druk te staan. Tegen het einde van week was de aandeelwaarde van onder meer PacWest, Western Alliance en First Horizon verder gedaald. Dit duidt er op dat de problemen het in het Amerikaanse bankwezen nog niet voorbij zijn. De besmetting naar de brede aandelenmarkten blijft echter beperkt. Die zijn meer in de ban van de bedrijfscijfers en de richting van het monetaire beleid. De winstcijfers vallen tot op heden overwegend mee. Opvallend zijn de goede cijfers van de energiebedrijven, dit ondanks het feit dat de energieprijzen per saldo zijn gedaald. De beleidsvergadering van de Fed bevatte weinig verrassingen en de uitkomst werd gelaten ontvangen. De hawkish ECB zette de koersen wel wat lager. Per saldo sloot de MSCI World in euro 0,1% lager. De opkomende markten deden het beter met een winst van 0,8% in euro.

Amerikaanse regionale banken vallen om als dominostenen

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Kapitaalmarktrente beweegt zijwaarts

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Centrale banken verrassen obligatiemarkten niet

De obligatiemarkten hadden per saldo een vlakke week. Zowel de kapitaalmarktrente als de risico-opslagen bewogen beperkt. De meeste obligatiecategorieën lieten daardoor geringe uitslagen zien. De meeste ogen waren gericht op de beleidsvergaderingen van de Fed en ECB. De Fed-vergadering bevatte geen verrassingen en was daardoor per saldo een non-event. De renteverhoging van de ECB was ook al lang en breed in de koersen verwerkt. De hawkish toon van ECB-president Lagarde maakte weinig indruk op de obligatiebeleggers. Die kijken vooral naar de economische ontwikkelingen en geloven niet dat de ECB nog veel ruimte heeft om de rente verder op te trekken. Per saldo daalde de Duitse 10-jaarsrente van 2,68% naar 2,56%. De rentedalingen bij de andere eurolanden waren kleiner. Staatsobligaties uit de eurozone sloten de week daardoor af met een kleine winst van 0,1%. De Amerikaanse 10-jaarsrente steeg 2 basispunten naar 3,44%. De risico-opslagen op kredietobligaties liepen wat op, maar al met al bleven de koersuitslagen beperkt.

OPEC+ zet olieprijs hoger

Op de grondstoffenmarkten liepen de verliezen verder op. De standaard GSCI-index daalde ruim 3%. De variant met gelijke sectorgewichten daalde 1%. De vertraging van de wereldwijde groei raakt dan ook vooral de energiegrondstoffen en de industriële metalen. Zo daalde de prijs voor een vat Brentolie met ruim 5% naar $75. De opzet van OPEC+ om door middel van productiebeperkingen de olieprijs boven de $80 te houden is vooralsnog dus niet geslaagd. De goudprijs steeg weer tot boven de $2.000 per troy ounce. De goudprijs blijft deze verkrappingscyclus verrassend goed liggen. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de hardnekkig hoge inflatie en zorgen over de stabiliteit van het financieel systeem.