Obligaties in het groen

Kwartaalcijfers bepalen het sentiment

Aandelenmarkten zaten deze week gevangen tussen hoop en vrees. Van veel bedrijven kwamen deze week de resultaten over het eerste kwartaal naar buiten. Aan het begin van de week domineerde vooral de bedrijfscijfers van First Republic Bank het nieuws. De getergde bank bleek veel klantentegoeden te zijn kwijt geraakt en daarop verloren beleggers het laatste restje vertrouwen. Uiteindelijk verloor de bank de helft van haar marktwaarde. De gehele subindex financials kwam verder onder vuur te liggen en moest flink terrein prijsgeven. Daartegenover stonden de goede resultaten van veel (tech)bedrijven. Het positieve sentiment had uiteindelijk het overwicht, en zorgde ervoor dat wereldwijde aandelen de week met een kleine plus afsloten. Aandelen uit ontwikkelde landen sloten de week 0,5% hoger af. Tot op heden kent de beleggingscategorie aandelen met een jaar-tot-dagrendement van 9,2% een sterke start. Aandelen uit opkomende markten blijven hierbij achter. Deze week verloor de MSCI Emerging Market Index 0,2%, waardoor het kalenderjaarrendement terugliep tot 3,1%

Technologieaandelen in de lift

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Kapitaalmarktrentes vallen terug

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Obligatierendementen in de plus

Ook obligatiebeleggers wisten zich maar moeilijk raad met het gemende sentiment. In lijn met de aandelenmarkten, daalden de rentes aan het begin van de week, herstelden zich halverwege de week, om uiteindelijk weer te dalen. De Duitse en Amerikaanse 10-jaarsrente zakten 17 en 15 basispunten tot 2,38% en 3,47% respectievelijk. De Duitse 2-jaarsrente daalde met 23 basispunten iets harder. De Amerikaanse 2-jaarsrente zakte 15 basispunten. De rentetermijnstructuur blijft daarmee invers, waarmee de recessieangst nog niet uit de markt is verdwenen. Kredietopslagen voor Europese landen en bedrijven zijn iets uitgelopen. Terwijl de kredietopslag voor obligaties uit opkomende landen in harde valuta inkwam. Alle obligatiecategorieën sloten deze week daarmee in de plus.

Grondstoffen onderuit

Grondstoffenmarkten lieten deze week een gemengd beeld zien. De brede grondstoffenindex (S&P GSCI) gaf 1,5% terrein prijs. Dit kwam met name op het conto van de energiegrondstoffen (ENG) die 1,7% lager sloten. Dit had alles te maken met de lagere olieprijs, die door afnemende vraag tot onder de $80 per vat dook. Ook industriële metalen (INM) en landbouwproducten (LBP) noteerden verliezen. Levend vee (VEE) en edelmetalen (EDM) konden profiteren. Op de valutamarkten was het de Japanse yen die onder druk stond en terrein verloor ten opzichte van de meeste andere ontwikkelde marktvaluta’s. De beleidsvergadering van Japanse centrale bank werd door marktpartijen als dovish ontvangen omdat beleidsnormalisatie nog langer op zich zal laten wachten. Met een verdere verzwakking van de yen tot gevolg. Ten opzichte van de euro noteerde de Japanse yen op het einde van de week 150,07, de laagste waardering voor de munt in bijna 10 jaar tijd. De koers van de Amerikaanse dollar en euro bleef onveranderd op $1,10.