Renteverhogingen doen markten beven
Aandelen onderuit door hogere rente
Beleggers vrezen dat de verhogingen van de beleidsrentes zullen leiden tot economische krimp. Aandelenmarkten hadden het daardoor afgelopen week moeilijk. Aandelen uit de ontwikkelde landen verloren 4,4% in lokale valuta. Het waren met name de groeiaandelen, zoals techaandelen, die gebukt gaan onder de recessievrees. De Nasdaq noteerde ruim 5% lager dan een week eerder. Aandelen uit de opkomende landen hielden de schade met een min van 3,2% in lokale valuta iets beperkter. Binnen de opkomende landen waren het Latijns-Amerikaanse aandelen die met een vlak rendement het beste resultaat neerzetten. Aandelen uit deze regio hebben relatief minder last van de problemen in de Chinese economie en de oorlog in Oekraïne. Hierdoor noteren Latijns-Amerikaanse aandelen dit jaar tot op heden als enige regio een bescheiden plus van 3%.
Latijns-Amerikaanse aandelen outperformen
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Amerikaanse yieldcurve steeds inverser
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Kredietrisico’s nemen toe
Door de acties van de centrale banken gingen rentes over de hele linie met sprongen omhoog. De Duitse 10-jaarsrente steeg van 1,76% naar 2,02%. De Amerikaanse tegenhanger ging van 3,45% naar 3,68%. De Amerikaanse 2-jaarsrente steeg nog sterker, met 43 basispunten naar 4,2%. Door deze stijging is de Amerikaanse rentetermijnstructuur nog inverser geworden. In het verleden was dit een signaal van toekomstige economische malaise. De bewegingen in de risico-opslagen op bedrijfsobligaties waren relatief beperkt. Alleen de risico-opslag op Amerikaanse highyieldobligaties liet met een stijging van 25 basispunten een noemenswaardige beweging zien. De markt ziet het kredietrisico echter wel degelijk toenemen. De creditdefaultswap index, die de kredietverzekering op een mandje van Amerikaanse bedrijfsobligaties volgt, steeg afgelopen week naar het hoogste niveau sinds maart 2020.
Recessieangst zet grondstoffen onder druk
De vrees voor een wereldwijde recessie zet de grondstoffenprijzen onder druk. De prijs voor een vat Brentolie daalde met ruim $5 naar $86,2. Dat is een stuk lager dan de prijs vlak voor het begin van de oorlog in Oekraïne. De brede grondstoffenindex verloor afgelopen week 3,9% in Amerikaanse dollar gemeten. In euro’s gemeten was het verlies slechts 0,7%, doordat de euro daalde van $1 naar $0,97. De euro was echter niet de enige valuta die het moeilijk had ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Ook het Britse pond (zie ‘Opvallend nieuws’) en de Japanse yen stonden onder druk. In het geval van de Japanse yen was het effect dusdanig groot dat Japanse beleidsmakers intervenieerden om de koers te ondersteunen. De overheid besteedde afgelopen donderdag ergens tussen de $3 en $5 miljard om de koers van de Japanse yen op te krikken. De Japanse yen had het moeilijk omdat de Japanse centrale bank als een van de weinige centrale banken de rente ongewijzigd hield. Voor $1 ontvangt men nu ¥143. Dat is de laagste koers van de Japanse yen ten opzichte van de Amerikaanse dollar sinds de jaren 90.