Alleen grondstoffen in de plus
Japanse Nikkei index door de 30.000-grens
Amerikaanse aandelen eindigden de week als enige regio in de min met een rendement van -0,8%. Door het grote gewicht van Amerikaanse aandelen in de wereldindex, daalden wereldwijde aandelen (MSCI World AC index) met 0,4% in lokale valuta’s gemeten. De overige regio’s behaalden bescheiden rendementen van gemiddeld 0,2% in lokale valuta. De Japanse Nikkei index ging voor het eerst sinds 1990 door de grens van 30.000. De index moet nog wel circa 30% doorstijgen om de all time high van eind 1989 te bereiken. Qua sectoren deden vooral de sectoren energie en basismetalen het goed. Deze profiteerden van stijgende grondstofprijzen.
Nikkei voor het eerst sinds 1990 door de 30.000-grens
Bron: Bloomberg, Achmea IM
10-jaarsrentes lopen op
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Kapitaalmarktrentes lopen op
Kapitaalmarktrentes liepen over de volle breedte op door het optimisme over de economische vooruitzichten en de oplopende inflatieverwachtingen . De Duitse 10-jaarsrente steeg van -0,43% naar -0,31%, het hoogste niveau sinds juni vorig jaar. De Amerikaanse 10-jaarsrente steeg van 1,21% naar 1,34%, het hoogste niveau sinds februari vorig jaar. De Japanse 10-jaarsrente kwam zelfs voor het eerst sinds eind 2018 boven de 0,1% uit. De totaalrendementen van staatsobligaties waren allemaal negatief. De rendementen van bedrijfsobligaties, zowel investment grade als high yield, waren minder negatief. Deze profiteerden van dalende risico-opslagen. De EMD-categorieën behaalden de laagste rendementen, aangezien daar de risico-opslagen wel opliepen. De categorie EMD LC had daarnaast ook last van een daling van de opkomendelandenvaluta’s ten opzichte van de euro.
Basismetalen in de lift
De stijging van de grondstofprijzen zette afgelopen week door. De brede GSCI grondstoffenindex steeg met 1,3%. Vooral basismetalen deden het goed met een stijging van 4,5%, terwijl edelmetalen daalden met 2,3%. Zo steeg de koperprijs met bijna 7%, naar het hoogste niveau sinds 2011. Ondanks dat door de extreme kou in Texas (tijdelijk) een significant deel van de olieproductie wegviel, reageerden de oliemarkten lauw. Zo liep de prijs van een vat Brent olie op van $62,4 naar $62,9. De prijs voor een vat WTI olie daalde zelfs licht. De valuta’s van landen die profiteren van de vraag naar grondstoffen, zoals Canada en Australië, stegen in waarde. De euro bleef nagenoeg onveranderd ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De appreciatie van het Britse pond zette door. Zowel ten opzichte van de Amerikaanse dollar als de euro steeg deze met ruim 1%.