Verder volgens...
The Hateful Eight
Dominantie megacaps vormt drag op alpha
Ze zijn geliefd, maar worden ook gehaat. De Magnificent Seven. Geliefd om de hoge rendementen, tegelijkertijd ‘gehaat’ om de dominantie en de negatieve impact daarvan op de resultaten van actief beheer. De gloriedagen van actief aandelenbeheer lijken voorbij. De cijfers spreken in elk geval boekdelen: de mediane manager blinkt over de afgelopen tien jaar steeds minder uit. De laatste jaren blijft de mediane manager zelfs achter bij de markt. Een marktkapitalisatie-gewogen index verslaan, lijkt een schier onmogelijke opgave geworden. Maar hoe komt dat? En is dit een blijvend probleem, of een tijdelijke hapering?
Volgens de ‘Fundamental Law of Active Management’ hangt succes in actief beheer af van twee dingen. Ten eerste de kundigheid van de manager (‘skill’) en ten tweede het aantal afwijkende posities dat ingenomen wordt ten opzichte van de benchmark (‘breadth’). Die ‘breadth’ is cruciaal. Hoe groter het speelveld, denk aan meer landen, sectoren of individuele aandelen, hoe meer mogelijkheden om onderscheidende posities in te nemen.
Ligt het probleem bij de afnemende ‘skill’ van fondsbeheerders? Het eerlijke antwoord: dat weten we niet. Wat we wél weten, is dat de mogelijkheden om afwijkende posities in te nemen de laatste jaren steeds minder zijn geworden. En dat heeft dus voor een belangrijk deel te maken met de toenemende dominantie van de zogenaamde megacap-aandelen, zoals de Magnificent Seven. Nu de marktwaarde van Broadcom de grens van $1 biljoen gepasseerd is, is men op zoek naar een nieuwe aanduiding voor de acht grootste bedrijven. Namen als BAATMAAN, The Innov-eighters, The Domin-eighters heb ik al voorbij zien komen. Deze giganten domineren de markten zo sterk dat het "effectieve" aantal aandelen in bijvoorbeeld de MSCI World Index is gekelderd naar een historisch dieptepunt.
De toenemende dominantie van de megacaps is niet de enige reden dat het effectieve aantal aandelen daalt. Dat komt ook doordat het aantal beursgenoteerde bedrijven al decennialang afneemt. Een cocktail van bureaucratische eisen, streng toezicht en alternatieve financieringsopties heeft ervoor gezorgd dat steeds minder bedrijven naar de beurs trekken. Deze trend lijkt niet zomaar te keren, integendeel.
Een toename van de ‘breadth’ moet dus komen uit de afname van de hegemonie van die megacaps. Ook deze trend lijkt voorlopig nog niet voorbij. Toch biedt de geschiedenis enige hoop. Markten bewegen in cycli waarbij periodes van hoge concentratie gevolgd worden door enige normalisatie. Het kan dus gebeuren dat de dominantie van de megacaps afneemt, waardoor het potentieel van actief beheer weer toeneemt.
Maar hoe dichtbij dat omslagpunt is en of dit überhaupt gaat gebeuren, blijft koffiedik kijken. Je kunt je in ieder geval afvragen of deze megacaps de groei van de afgelopen jaren kunnen blijven herhalen. Ook zien we binnenkort misschien een keerpunt door toenemende politieke en maatschappelijke druk op de marktmacht van deze immense bedrijven. Of dat genoeg is om de marktdynamiek echt te veranderen? Wie zal het zeggen.
Voorlopig blijft het voor actieve managers ploeteren. Maar mocht de concentratie in de markten normaliseren, dan kan alpha zomaar weer uit haar as herrijzen. Een geruststellende gedachte. Vooral in een beleggingsomgeving waarin de middellangetermijnrendementsvooruitzichten van aandelen (beta) erg gematigd zijn.