Verder volgens...
Impact: een waardevolle dimensie in de Strategische Asset Allocatie
3D-optimaliseren is nog een brug te ver
‘3D-beleggen’. Deze catchy term oogt aantrekkelijk nu impact, naast rendement en risicobeheersing, voor steeds meer beleggers een belangrijke doelstelling is geworden. De vraag is wat er onder wordt verstaan en hoe het in de praktijk vorm kan krijgen. Een theoretisch solide aanvliegroute is om impact als volwaardige, additionele doelstelling op te nemen in een uitgebreide ‘mean-variance’ portefeuilleoptimalisatie. Deze aanpak suggereert optimale keuzemogelijkheden tussen onder andere rendement en impact. Wanneer verwachte rendementen op fossiele energiebedrijven laag zijn, kan desgewenst bewegend langs de efficiënte grenslijn op een hogere impact worden ingezet.
Voor impactbeleggers die de trade-off tussen rendement en impact niet willen spelen en die zeker willen zijn dat een beoogde impact ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd, ligt het voor de hand om de impactdoelstelling(en) als randvoorwaarde aan de portefeuille op te leggen. Dat levert dan een 2D-optimalisatie met restrictie op.
De 3D-optimalisatie veronderstelt een eenduidige impactdoelstelling, bijvoorbeeld het vermijden van uitstoot van broeikasgassen, en goede betrouwbare data voor álle relevante beleggingscategorieën die onderdeel uitmaken van de optimalisatie. Als echter impact meerdere dimensies heeft en die goede data ontbreken, wordt het vraagstuk een stuk complexer. Dan dreigt een theoretische optimale, maar in de werkelijkheid verre van ideale oplossing.
Op het niveau van de beleggingsstrategie is in de praktijk vrijwel altijd sprake van meerdere verschillende impactthema’s en –doelstellingen. Denk aan biodiversiteit naast sociale doelstellingen en klimaat. Om in de strategische assetallocatie (SAA) qua impact appels met appels te kunnen vergelijken, moeten de verschillende impactdoelstellingen onder één noemer gebracht worden. Dit kan in principe via de inzet van schaduwprijzen. Dit zijn berekende prijzen waarmee de positieve impacteffecten in geldtermen worden uitgedrukt en met elkaar worden vergeleken. Maar in de praktijk bestaat over deze schaduwprijzen nog heel veel discussie. Bovendien is het de vraag of je alles wat van waarde of betekenis is wel in geld moet willen uitdrukken. Verder geldt dat bij het ontwerpen van de SAA vaak nog niet duidelijk is welke concrete impactbeleggingen naderhand zullen worden ingezet. Dit maakt, meer dan bij rendement en risico van beleggingscategorieën, het op voorhand kwantificeren van impact lastig.
Mijn conclusie: Op SAA-niveau, het niveau waarop over de allocatie over de beleggingscategorieën wordt besloten, gaat 3D-optimalisatie van rendement, risico en impact niet werken. Helaas.
Dit roept de vraag op: hoe dan wel? Wij zien daarvoor een drietal stappen binnen het totale SAA-proces.
Ten eerste moeten bij de keuze van het te hanteren beleggingsuniversum de impactambities en impactthema’s van de belegger worden meegewogen. Duidelijk moet zijn welke beleggingscategorieën voor de gekozen impactthema’s bij uitstek geschikt zijn. Deze zouden in het beleggingsuniversum en in de investment cases moeten worden opgenomen. Dit komt aan het begin van het SAA-proces. Deze stap kan tot gevolg hebben dat het beleggingsuniversum wordt verruimd, bijvoorbeeld met private assets als private debt of infrastructuur.
Ten tweede dienen de concrete impactbeleggingen aan het uitgangspunt te voldoen dat het risicorendementsprofiel past bij die van de betreffende beleggingscategorie. Het herverdelen van de impactambitie over de portefeuille heeft dan geen ordegrootte-effect op het risicorendementsprofiel van de totale portefeuille.
Ten derde moet in de uitwerking zeker gesteld worden dat op ieder van de impactthema’s voldoende passende beleggingsoplossingen kunnen worden aangeboord om de impactdoelstelling van de belegger te kunnen realiseren. Met lege handen houdt het hier anders op.
Drie stappen: zo wordt impact een waardevolle dimensie in de beleggingsstrategie