Verder volgens...
Copied by China
Voor China dreigt Japanificatie van de economie
Een economische groei van 4,7% op jaarbasis is reden om de champagne te ontkurken. Toch? Nou, niet voor de Chinese president Xi. De groei over het tweede kwartaal was daarmee lager dan verwacht en uit de onderliggende data blijkt dat de Chinese economie in zwaar weer zit. Het land worstelt met de overgang naar een nieuw groeimodel. Sterker nog, nu het land ook weer kampt met dalende prijzen (deflatie), zijn de overeenkomsten met Japan eind jaren tachtig van de vorige eeuw beangstigend groot.
Een groot demografisch probleem met sterke vergrijzing en een krimpende beroepsbevolking. Check! Een diepe vastgoedcrisis na een hausse in de vastgoedsector. Check! Hoge schulden in de vastgoedsector en het bedrijfsleven. Check! Een haperend exportgedreven groeimodel en oplopende spanningen met de Verenigde Staten. Check! En tot slot een dalend prijspeil waardoor de schuldenlast als een molensteen om de nek van de schuldenaars hangt en de winstgevendheid van het bedrijfsleven onder druk staat. Check!
Uiteraard zijn er ook de nodige verschillen. Het China van nu is immers geen kopie van het Japan eind jaren tachtig. Het land heeft zijn eigen economische dynamiek. Daarnaast zijn de gevaren van de Japanificatie van de economie, stagnerende groei in combinatie met deflatie en hoge schulden, nu algemeen bekend. De Chinese autoriteiten kunnen dus maatregelen nemen om dit scenario af te wenden. China heeft namelijk de financiële middelen om de economie te stimuleren en president Xi de macht om hervormingen door te voeren.
De beleidsreactie stelt tot nu toe echter teleur. Zo heeft de Chinese centrale bank de rente slechts mondjesmaat verlaagd. Ook de overheid pakt niet echt door. Zo wordt de crisis in de vastgoedsector met lapmiddelen te lijf gegaan. Velen hadden gehoopt dat president Xi op het derde plenum met een doortastend plan zou komen om de economie weer vlot te trekken. Hij hamerde echter vooral op ‘high-quality development’. Met dit beleid wil China technologisch onafhankelijk worden van de Verenigde Staten en streeft het een evenwichtige en duurzame groei na. In de praktijk lijkt het echter verdacht veel op oude wijn in nieuwe zakken. In plaats van de binnenlandse consumptie te stimuleren, wordt weer teruggegrepen op het oude recept van meer investeringen, meer industriële productie en meer export.
Hierdoor dreigt overcapaciteit te ontstaan, wat de deflatie alleen maar aanjaagt. Zo wordt de productie van zonnepanelen en elektrische auto’s opgevoerd. Het aanbod is echter groter dan de binnenlandse vraag, waardoor export de enige mogelijkheid is. De tijd dat Europa en de Verenigde Staten zaten te wachten op goedkope Chinese producten is echter voorbij. De slepende handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten is hiervan het meest in het oog springende bewijs. China neemt dus een groot risico dat het de relatie met zijn handelspartners verder op scherp zet en zich daarmee uiteindelijk in de voet schiet.
Al met al is het risico van een Japan-scenario voor China nog springlevend. Voor beleggers is het dus verstandig om er niet vanuit te gaan dat alles wel goed komt met de Chinese economie. Terwijl de wereld toekijkt, moet de Chinese president Xi bewijzen dat China in staat is om de valkuilen van het verleden te vermijden. Of het land daarin slaagt, zal niet alleen de toekomst van China bepalen, maar ook de koers van de wereldeconomie.