Opvallend
Renteverlaging Fed komt dichterbij
Amerikaanse inflatie daalt
De eerste renteverlaging van de Amerikaanse centrale bank (Fed) komt dichterbij, nu de inflatiedruk afneemt. De Amerikaanse consumentenprijzen (CPI) daalden in juni onverwachts met 0,1%. Jaar-op-jaar zakte de inflatie van 3,3% naar 3%. Ook de kerninflatie (CPI core), de inflatie geschoond voor de energie- en voedselprijzen, daalde tegen de verwachting in. Deze liep terug van 3,4% naar 3,3% jaar-op-jaar. De inflatie ligt nog steeds boven de inflatiedoelstelling van de Fed, maar de daling lijkt wel weer ingezet. De neergaande inflatietrend kwam niet tot uiting in de producentenprijzen (PPI). Deze stegen namelijk harder dan verwacht, van 2,4% naar 2,6% jaar-op-jaar. Fed-voorzitter Jerome Powell bood tijdens een hoorzitting voor het Amerikaanse Congres een opening richting een eerste renteverlaging. Powell wees nadrukkelijk op het risico dat te late en te beperkte renteverlagingen de economie en de arbeidsmarkt onnodig kunnen schaden. Wel wil de Fed eerst nog meer bewijs zien dat de afnemende inflatiedruk doorzet. Op de obligatiemarkten wordt nu voor september een eerste renteverlaging van 25 basispunten ingeprijsd.
Amerikaanse inflatie neemt af
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Deflatoire druk in China
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Deflatoire druk China houdt aan
De afzwakkende Chinese inflatie weerspiegelt een zwakke binnenlandse vraag. De consumentenprijzen (CPI) daalden voor de tweede maand op rij. De CPI viel onverwachts terug van 0,3% naar 0,2% jaar-op-jaar. Met een daling van 2,1% droegen met name de voedselprijzen bij aan de afzwakkende inflatie. Maar de afzwakking van de inflatie werd breed gedragen, waarbij vooral de daling van de inflatie in de dienstverlening opviel. Deze was namelijk de belangrijkste aanjager van de inflatie sinds de heropening van de economie na de coronapandemie. Ook de ontwikkeling van de producentenprijzen (PPI) duiden op een zwakke binnenlandse vraag, bijvoorbeeld door de forse daling van de fabrieksprijzen van duurzame consumentengoederen. De PPI liep nog wel op van -1,4% naar -0,8% jaar-op-jaar, maar deze is al 21 maanden negatief. Nieuwe stimuleringsmaatregelen lijken nodig om het tij te keren. Maar omdat de focus van de beleidsmakers in Peking is verschoven naar beheersing van economische risico’s in plaats van robuuste economische expansie, kan dat nog wel even duren.
Aandelen in de lift
Aandelenkoersen stegen voor de zesde week op rij naar nieuwe recordhoogtes. Wereldwijde aandelen eindigden de week met een winst van 1,1% in lokale valuta. Het waren afgelopen week eens niet de Magnificent 7 aandelen die de aandelenmarkten omhoog trokken. Deze aandelen daalden juist met gemiddeld ruim 1%. Gedurende de week bereikten deze aandelen tezamen nog wel een nieuw hoogterecord. Aandelen uit de opkomende markten deden het gemiddeld iets beter dan aandelen uit de ontwikkelde landen. Door de stijging van de Japanse yen presteerden Japanse aandelen binnen de ontwikkelde landen het minst goed met slechts een nipt positief rendement. Ook Franse aandelen bleven gemiddeld wat achter, vanwege de verkiezingsuitslag. Geen enkele partij behaalde een meerderheid in de Franse verkiezingen, die gewonnen werd door het linkse Nouveau Front Populaire, waardoor er een politiek vacuüm lijkt te ontstaan. De komende weken zullen de bedrijfscijfers en –vooruitzichten voor een belangrijk deel bijdragen aan de richting van de aandelenmarkten.