Opvallend
Europese industrie in zwaar weer
Zwitserse centrale bank verrast met renteverlaging
Terwijl analisten en beleggers vooral speculeren over het moment waarop de Amerikaanse centrale bank (Fed) begint met het verlagen van de beleidsrente, verraste de Zwitserse centrale bank (SNB) door voor de tweede keer op rij de beleidsrente te verlagen. Het rentetarief werd met 25 basispunten verlaagd tot 1,25%. De president van de SNB, Thomas Jordan, gaf aan dat de renteverlaging mogelijk wordt gemaakt door het wegebben van de inflatoire druk. De inflatieverwachting is verlaagd naar 1% voor 2026. Met de renteverlaging loopt het Zwitserse beleid steeds meer uit de pas met dat van de ECB en de Fed. Op de valutamarkten daalde de Zwitserse frank versus de euro, maar per saldo bleven de uitslagen beperkt. De Engelse en Noorse centrale banken verrasten niet en hielden hun beleidsrentes constant op respectievelijk 4,5% en 5,25%.
Zwitserse centrale bank loopt voorop met het verlagen van de beleidsrente
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Vertrouwen industrie eurozone blijft zorgwekkend laag
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Vertrouwen Europese industrie zakt verder weg
De recente data wijzen op een traag herstel van de eurozone-economie. De industriële sector is daarbij de achilleshiel. De Europese industrie heeft het al langere tijd moeilijk en echte verbetering blijft uit. Dat blijkt ook weer uit de meest recente inkoopmanagersindices (PMI’s) voor juni. De voorlopige cijfers schetsen een somber beeld van de Europese maakindustrie. De PMI-manufacturing daalde van 47,3 naar 45,6. Daarmee ligt het vertrouwen in de industrie al twee jaar onder de 50, de grens tussen krimp en groei. Zowel de nieuwe orders als de productie-indices zakten weg. Dit werd onder meer veroorzaakt door een sterke terugval in de vraag uit exportmarkten. Vooral de vraag uit China staat onder druk. Daarnaast blijkt dat de inputprijzen voor het eerst sinds 2023 weer stijgen. De kosten voor de maakindustrie lopen dus weer op. Hierdoor dreigt er een stagflatie-achtige omgeving voor de Europese industrie te ontstaan. De situatie in Duitsland baart de meeste zorgen.
Onrust rondom Frankrijk zet niet door
Op de Europese financiële markten ebde de onrust weg die ontstond nadat president Macron vervroegde Franse parlementsverkiezingen uitriep. De Franse aandelenmarkt steeg afgelopen week 1,7% en ook de Franse obligatiemarkt stabiliseerde. De risico-opslag op Franse staatsobligaties was stabiel. De Franse 10-jaarsrente ligt nu 80 basispunten hoger dan die van Duitsland. Dat het vertrouwen onder beleggers is teruggekeerd, bleek ook uit de succesvolle uitgifte van nieuwe Franse staatsobligaties. De vraag van beleggers lag 2,4 keer hoger dan het aanbod. Hierdoor kon Frankrijk zonder problemen voor €10,5 miljard aan staatsobligaties plaatsen. Wereldwijd blijven de financiële markten vooral in de ban van de Fed en de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI). De koers van Nvidia, het kroonjuweel van de AI-hype, liep in eerste instantie verder op. De marktwaarde steeg tot $3.300 miljard. Nvidia passeerde daarmee tijdelijk Microsoft als het meest waardevolle bedrijf ter wereld. Tegen het einde van de week viel de koers echter weer terug. Veel andere AI-bedrijven hebben hun glans verloren. Beleggers proberen het kaf van het koren te scheiden. Ook de Amerikaanse toezichthouder (SEC) draait de duimschroeven aan. Drie bedrijven zijn beschuldigd van AI-washing. Ze zouden beleggers misleiden met overhypte claims rondom AI.