Opvallend
Inflatiecijfers domineren marktbeweging
Inflatie VS valt niet tegen
De financiële markten zetten zich afgelopen week schrap voor de inflatiecijfers over april. Met een schuin oog werd vooral naar de centrale banken gekeken. Per saldo waren de inflatiecijfers gemengd. De Amerikaanse inflatie (PCE Deflator) viel niet tegen en steeg volgens verwachting met 2,7% ten opzichte van een jaar geleden. Ook de kerninflatie, zonder de volatiele voedsel- en energieprijzen, verraste niet en steeg met 2,8%. Andere macro-economische cijfers gaven steun aan een gunstig inflatiebeeld. Zo werd de economische groei over het eerste kwartaal naar beneden bijgesteld en namen ook de huizenverkopen en hypotheekaanvragen af. Dit alles duidt op een verdere afkoeling van de Amerikaanse economie. Dit houdt de hoop in leven dat de Federal Reserve de rente dit jaar nog zal verlagen. Al met al zorgde dit voor opluchting op de financiële markten die in aanloop naar het inflatiecijfer een stuk negatiever gestemd waren. Gedurende de week liep de Amerikaanse kapitaalmarktrente van een 10-jaars staatsobligatie met 20 basispunten op, om na het verlossende cijfer terug te vallen tot 4,50%. Ofwel, een nipte stijging van 3 basispunten ten opzichte van vorige week vrijdag.
Amerikaanse inflatie koelt langzaam af
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Duitse 10-jaarsrente loopt verder op
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Hogere eurozone inflatie slecht nieuws voor de ECB
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan vielen de inflatiecijfers juist tegen. De inflatie in de eurozone steeg meer dan waar analisten op rekenden. In de eerste prognose lijkt de kerninflatie uit te komen op 2,9%, een stijging van 0,2% ten opzichte van april. Ondanks dat het verschil in inflatieniveaus tussen de lidstaten groot is, liepen deze eigenlijk overal op. Aan de dalende trend die al sinds juli vorig jaar werd ingezet, komt hiermee vooralsnog een einde. Belangrijk wordt hoe de Europese Centrale Bank (ECB) dit cijfer meeweegt in haar rentebeleid na de zomer. Want hoewel de eerste renteverlaging in juni vrijwel vaststaat, is het rentepad daarna verre van zeker. Deze onzekerheid is terug te zien op de obligatiemarkten die de kapitaalmarktrentes flink zagen oplopen. De Duitse 10-jaars kapitaalmarktrente bereikte zelfs (kortstondig) zijn hoogste punt van dit jaar. Uiteindelijk werd de week met een stijging van 8 basispunten afgesloten op een niveau van 2,66%. Het is de hoop dat ECB-president Christine Lagarde rondom de volgende beleidsvergadering beleggers genoeg vertrouwen kan geven om de zomer optimistisch in te gaan.
Markten sluiten in mineur
Financiële markten bewogen deze week op en neer op het inflatienieuws. Staats- en kredietobligatiemarkten schreven rode cijfers door de hogere kapitaalmarktrentes. En ook aandelenmarkten deelden mee in de malaise. Ondanks dat de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq maandag nog een recordstand bereikte, vielen de Amerikaanse aandelen gedurende de week terug. Uiteindelijk sloten ze week met een minimale winst van 0,1% in dollar. Elders in de wereld ging het niet veel beter. Ook in Europa kleurden de koersborden rood, mede door het tegenvallende inflatiecijfer. Aandelen uit opkomende markten leken zich de laatste weken onder leiding van Aziatische aandelen te revancheren ten opzichte ontwikkelde landen, maar konden het momentum niet vasthouden. Ook op de andere continenten zakten aandelen verder weg. Met name de Braziliaanse economie zit al langere tijd in zwaar weer. De nationale munt blijft waarde verliezen en de oogsten van de voor de export belangrijke landbouwgewassen vallen tegen. Dit heeft een duidelijk effect op de lokale aandelenmarkt.