Amerikaanse inflatiedruk houdt aan
Groeicijfer Amerikaanse economie lager dan verwacht
Het groeicijfer van de Amerikaanse economie over het eerste kwartaal bleef achter bij de verwachtingen. De groei kwam uit op 1,6% op jaarbasis, terwijl een groei van 2,5% verwacht werd. Op het eerste oog een teleurstellend groeicijfer, maar onderliggend is het beeld minder somber. Zo droegen vooral de volatielere componenten van de voorraadopbouw en de netto export negatief bij. Daarnaast bleven de overheidsbestedingen achter bij de verwachtingen. De consumentenbestedingen en de investeringen laten daarentegen een robuust beeld zien met een groei van 3,1%. Het beeld bij de andere macro-economische data was gemengd. Zo daalden de werkloosheidsuitkeringen harder dan verwacht, maar viel het consumentenvertrouwen (University of Michigan) iets verder terug dan werd verwacht. Daarnaast stegen de leidende indicatoren van diverse regionale centrale banken harder dan verwacht, terwijl de inkoopmanagersindices (S&P Global) juist verrassend daalden. De inkoopmanagers-index van de industrie (PMI Manufacturing) daalde van 51,9 naar 49,9 en duidt dus weer op krimp. Per saldo duiden alle data nog steeds op robuuste economische groei.
Inkoopmanagersindices VS vallen wat terug
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Inflatiedruk VS hardnekkig hoog
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Kans op renteverlaging Fed afgenomen
Het aantal ingeprijsde renteverlagingen dit jaar door de Fed is verder afgenomen. Door de onderliggende robuuste economie en de aanhoudende inflatiedruk wordt het vooruitzicht van een eerste renteverlaging steeds verder de toekomst in geschoven. Zo steeg de PCE deflator in maart iets harder dan verwacht, van 2,5% naar 2,7% jaar-op-jaar. De PCE core deflator, exclusief de energie- en voedselcomponent, bleef onveranderd op 2,8%. Begin maart werd een vrijwel zekere eerste renteverlaging voor de Fed-vergadering in juni ingeprijsd, inmiddels is die kans nog maar circa 12%. De eerste renteverlaging wordt nu pas eind dit jaar verwacht. Aan het begin van het jaar werd nog een renteverlaging ingeprijsd van circa 1,5% voor heel 2024. Momenteel is dat nog maar 0,34%. De ingeprijsde beleidsrente per eind 2024 bevindt zich nu op circa 5%. Dit is het hoogste niveau sinds deze verkrappingscyclus in 2022 begon.
Dienstensector eurozone trekt aan
De voorlopige inkoopmanagersindices van april vielen voor de eurozone per saldo boven verwachting uit. Dit kwam primair door een stijging van de index van de dienstensector, waardoor ook de composite index harder dan verwacht steeg. Deze steeg naar het hoogste niveau van de afgelopen 11 maanden. De inkoopmanagersindex van de dienstensector duidt op aantrekkende economische activiteit. De industrie in de eurozone heeft het echter nog steeds zwaar. Vooral de Duitse industrie staat onder druk, maar daar lijkt wel enig herstel op te treden. Het was vooral de inkoopmanagersindex van de Franse industrie die tegen de verwachting in een forse daling liet zien. De afgenomen kans op renteverlagingen in de Verenigde Staten hadden nauwelijks effect op de verwachtingen in eurozone. De marktverwachting dat de ECB in juni de beleidsrente verlaagt, bleef redelijk intact. Aangezien de eurozone-economie er een stuk minder goed bij ligt dan die van de Verenigde Staten en ook de inflatie in de eurozone gestaag blijft dalen, is de keuze voor de ECB om de rente te verlagen een minder groot dilemma dan voor de Fed.