Meer renteverhogingen in het verschiet
Centrale banken zijn nog niet klaar
Zowel de Fed als de ECB blijven zich hawkish uitlaten over het monetaire beleid. Daarmee maken ze de markten duidelijk dat de beleidsrentes op respectievelijk 26 juli (Fed) en 27 juli (ECB) waarschijnlijk verder worden verhoogd. ECB-president Lagarde sprak zich in een interview duidelijk uit. Ze gaf aan dat het werk van de beleidsmakers om de inflatie onder controle te krijgen er nog niet op zit. Daarbij wordt ze onder meer gesteund door Bundesbank-president Joachim Nagel. Hij liet daarbij weten dat wat hem betreft de beleidsrente voor langere tijd op een hoog niveau blijft liggen. ECB-president Christine Lagarde maakt zich zorgen om de invloed van de stijgende lonen op de inflatie. Vooral wanneer de looninflatie gepaard gaat met oplopende winstmarges zal de ECB niet aarzelen om in te grijpen. Dit kan gezien worden als een verkapte oproep aan bedrijven om de winstmarges niet te verhogen. Uit de notulen van de laatste beleidsvergadering blijkt dat ook de Fed zich opmaakt voor nog twee renteverhogingen. De Amerikaanse centrale bank maakt zich momenteel geen grote zorgen over de negatieve impact van de renteverhogingen op de economische groei. De focus ligt nog op het bestrijden van de inflatie.
“a twofold increase – in margins and in wages, (..) would fuel inflation risks, and we would not stand idly by in the face of such risks.”
ECB-president Christine Lagarde
“A decoupling of the world’s two largest economies would be destabilizing for the global economy, and it would be virtually impossible to undertake, (…) We seek to diversify, not to decouple.”
Amerikaanse minister van financiën Janet Yellen
VS en China blijven elkaar dwarszitten
De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China gaat onverminderd door. Vooral op technologisch gebied zitten de twee grootmachten elkaar dwars. Wederzijdse afhankelijkheid maakt een complete loskoppeling echter onwaarschijnlijk. Het Westen is afhankelijk van Chinese grondstoffen, terwijl China leunt op hoogwaardige westerse technologie. Afgelopen week kondigde China exportrestricties af voor een aantal essentiële metalen voor de halfgeleiderindustrie. Voor de export van germanium en gallium is vanaf 1 augustus een vergunning nodig van de Chinese overheid. Via het afknijpen van de export kan China de westerse technologiesector hard raken. Wereldwijd komt 97% van al het gallium en 68% van het germanium uit Chinese mijnen. Het is voor westerse technologiebedrijven niet eenvoudig om hier alternatieven voor te vinden. De Chinese stap volgt op een aantal Amerikaanse en Europese maatregelen om de export van hoogwaardige technologie naar China aan banden te leggen. Zo werden recent de exportbeperkingen van chipmachines van ASML naar China verder aangescherpt. Niet lang na de Chinese aankondiging lekte via de Washington Post uit dat de Verenigde Staten plannen heeft om Chinese bedrijven te weren van Amerikaanse cloudservicediensten. Chinese bedrijven trainen hun kunstmatige intelligentie (AI) via onder meer de clouddiensten van Microsoft en Amazon. Dit is een doorn in het oog van de Amerikaanse regering en veiligheidsdiensten. Het is nog onduidelijk hoe het Chinese vergunningenstelsel gaat uitpakken. Ook is het nog niet zeker dat de Verenigde Staten Chinese bedrijven daadwerkelijk van de Amerikaanse cloud gaat weren. Het is wel duidelijk dat de technologie-oorlog onverminderd doorgaat. Dit zal beide zijden ertoe aanzetten om hun wederzijdse afhankelijkheid af te bouwen.
Gemengd beeld Amerikaanse economie
De Amerikaanse economische cijfers schetsen een gemengd beeld van de economie. De industrie zit in een recessie. Het vertrouwen is laag en de productie staat onder druk. Dit blijkt uit onder meer de inkoopmanagersindex (ISM Mfg.). De dalende trend in deze belangrijke leidende indicator zette in juni door. De index daalde van 46,9 naar 46. Een niveau onder de 50 duidt op krimp in de industrie. De inkoopmanagersindex ligt nu al in 8 maanden op rij onder de 50. De Amerikaanse industrie zit dus al geruime tijd in zwaar weer. Dit betekent echter niet dat de gehele economie in een recessie zit. Dit komt met name door de dienstensector, die laat nog steeds een (gematigde) groei zien. Dit blijkt onder meer uit de inkoopmanagersindex voor de dienstensector. Die steeg in juni van 50,3 naar 53,9. Ook in de arbeidsmarktcijfers zien we dit verschil terugkomen. De banengroei van ADP was boven verwachting goed. De baangroei uit de Nonfarm payrolls viel met 209 duizend wat tegen, maar blijft per saldo sterk. De baancreatie vindt vooral in de dienstensector plaats. In de industriesector zijn de laatste maanden per saldo banen verloren gegaan. De Amerikaanse werkloosheid daalde naar 3,6%.