Macrocijfers tonen gemengd beeld
Gemengd beeld Amerikaanse economie
Afgelopen week kwamen tegenstrijdige cijfers naar buiten over de Amerikaanse economie. Sommige cijfers duiden op een (aanstaande) recessie, andere cijfers juist weer op aantrekkende groei. Zo daalde de Philadelphia Fed’s manufacturing business outlook survey veel harder dan verwacht, naar het laagste niveau sinds de coronacrisis in 2020. Historisch viel het huidige niveau van de index altijd samen met een recessie. Datzelfde geldt voor de daling op een 6- en 12-maands horizon van de leading index van de Conference Board. Ook de huizenverkopen en bouwvergunningen daalden harder dan verwacht, terwijl de werkloosheidsuitkeringen juist harder opliepen dan verwacht. Daar staat tegenover dat het vertrouwen onder woningbouwers verder steeg en onder andere ook de Amerikaanse inkoopmanagersindices (PMI) onverwachts een stijging lieten zien. Zo steeg de PMI van de industrie boven het niveau van 50, wat duidt op groei. Een aanstaande recessie of niet, de Fed-leden houden vast aan het verkrappende monetaire beleid. Een renteverhoging van 25 basispunten bij de vergadering in mei is vrijwel zeker. Fed-leden voorzien daarna een rentepauze, maar op de rentemarkten worden vanaf juni weer verlagingen ingeprijsd.
Sterk herstel inkoopmanagersindices VS
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Groei dienstensector eurozone trekt aan
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Europese dienstensector ziet perspectief
De meeste Europese macro-economische cijfers verrasten in positieve zin. Zo zette het herstel in het vertrouwen van de Europese consument sterker dan verwacht door. Het vertrouwen bevindt zich nu op het hoogste niveau sinds maart vorig jaar. Ook het vertrouwen binnen het bedrijfsleven liep harder op dan verwacht. Dit kwam echter wel geheel voor rekening van de dienstensector. Zo steeg de inkoopmanagersindex (PMI) van de dienstensector van 55 naar 56,6, terwijl een lichte daling verwacht werd. De inkoopmanagersindex van de industrie daalde echter van 47,3 naar 45,4, terwijl juist een lichte stijging was voorzien. Deze cijfers duiden op een recessie in de Europese industrie en op robuuste, aantrekkende groei in de dienstensector. Deze per saldo gunstige economische ontwikkelingen dragen niet bij aan een snelle afname van de inflatiedruk. Hoewel de Duitse producentenprijzen (PPI) op maandbasis nog wel harder dan verwacht daalden, blijft de inflatiedruk in de eurozone hoog. Vooral de kerninflatie geeft nog geen krimp. Afgelopen week benadrukten diverse ECB-leden dat de inflatierisico’s vooral aan de bovenkant zitten en dat verdere renteverhogingen noodzakelijk zijn om de inflatie af te remmen. Voor de vergadering in mei gaat het er nog om spannen of dat een verhoging van 25 of van 50 basispunten zal worden.
Chinese economie groeit harder dan verwacht
De groei van de Chinese economie over het eerste kwartaal verraste positief met een groei van 2,2%. Hierdoor resulteerde een jaar-op-jaar groei van 4,5%, terwijl 4% verwacht werd. Door de goede groeicijfers lijkt China de groeidoelstelling van 5% voor dit jaar makkelijk te gaan halen. Deze welkome groeicijfers komen na een jaar dat de groei onder druk stond door de strikte coronamaatregelen en de problemen in de vastgoedsector. De kwartaalgroei was de hoogste groei sinds een jaar en werd vooral gedreven door consumentenbestedingen. Zo stegen de detailhandelsverkopen in maart met 10,7% jaar-op-jaar. Maar ook de export droeg positief bij. De industriële productie bleef met een groei van 3,9% jaar-op-jaar wel achter bij de verwachtingen. Positief was dat de vastgoedsector voor het eerst sinds het tweede kwartaal van 2021 weer groeide. Naar verwachting zijn India en China dit jaar samen verantwoordelijk voor de helft van de wereldwijde economische groei.