Markten in greep van onzekerheid

Aandelenbeleggers vrezen inflatie

De nervositeit op de aandelenmarkten bleef hoog. Beleggers kampen met veel onzekerheid over de inflatie, het monetaire beleid en de economische groei. In eerste instantie reageerden de markten opgelucht op het rentebesluit van de Fed. Donderdag sloeg echter de twijfel toe. Het is immers verre van zeker dat de Fed er in zal slagen om de inflatie onder controle te brengen zonder de economie te schaden. Vooral de rentegevoelige groeiaandelen, zoals de Amerikaanse technologiesector, gingen hard onderuit. De Amerikaanse Nasdaq index zakte naar het laagste niveaus sinds november 2020. Minder rentegevoelige sectoren en markten bleven beter liggen. Per saldo sloot de wereldwijde aandelenmarkt (MSCI World AC) met een verlies in euro van 1,8%. Alle regio’s sloten de week met verlies af. Aandelen uit de opkomende landen en Europa lieten de grootste daling zien met een rendement in euro van respectievelijk -4,4% en -4,2%.

Nasdaq zakt weg, maar energiesector op winst

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Duitse 10-jaarsrente breekt door 1% grens

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Rente breekt door psychologische grens

Duitse en Amerikaanse staatsobligaties zijn momenteel geen veilige haven voor beleggers. Gedreven door de aanhoudend hoge inflatie en de verwachte normalisatie van het monetaire beleid zet de opgaande trend in de kapitaalmarktrentes onverminderd door. De Duitse 10-jaarsrente brak voor het eerst sinds 2014 door de 1%-grens. De Amerikaanse 10-jaarsrente slechtte de 3%-barrière. Het hoogste renteniveau sinds begin 2019. De stijgende rentes gaan gepaard met dalende obligatiekoersen. De Duitse en Amerikaanse staatsobligaties staan dit kalenderjaar op een verlies van respectievelijk 9% en 10%. Ook kredietobligaties staan op fors verlies, mede door oplopende risico-opslagen. Opvallend is het rendement van de obligaties uit opkomende landen in lokale valuta (EMD LC). Ondanks het geheel afschrijven van de Russische obligaties blijft het verlies op deze categorie dit jaar beperkt tot 6,6%.

Volatiliteit oliemarkt houdt aan

De energiemarkten zijn sinds de start van de oorlog in Oekraïne zeer volatiel. De prijs van een vat Brentolie steeg afgelopen week van $109 naar $112. De prijsstijging werd onder meer veroorzaakt door de aangekondigde boycot van Russische olie door de EU. Daarnaast viel de aangekondigde productieverhoging door de Opec+ tegen, zoals eigenlijk al werd verwacht. De olieproducerende landen willen vanaf 1 juni 432 duizend vaten olie per dag extra produceren. Dat is ontoereikend om de huidige schaarste op de oliemarkt op te lossen. Met de beperkte productieverhoging maakten de Opec-landen nogmaals duidelijk dat ze niet van plan zijn de Russen tegen zich in het harnas te jagen. Daarnaast zijn er twijfels of Opec de olieproductie überhaupt wel sterk kan opvoeren. Veel landen hebben nu al moeite om hun productiequota te halen. Op de valutamarkten stabiliseerde de euro versus de dollar. De koers schommelde redelijk stabiel rond de 1,05.