Verder volgens...
200

Loon naar werken
“Italië krijgt eerste kredietverhoging sinds 2021.” Zo luidde recent de kop in het Financieele Dagblad. Een opvallende wending, want toen Giorgia Meloni in 2022 de verkiezingen won, was het sentiment negatief: weer een ‘rechtse populist’ aan de macht. Velen vreesden een verdere verslechtering van de toch al zwakke Italiaanse overheidsfinanciën. Sindsdien heeft de regering-Meloni echter positief verrast met een solide financieel-economisch beleid. Hervormingen zijn doorgevoerd, de hand bleef op de knip en met steun van extra EU-gelden is de begroting redelijk op orde gebracht. Populisten kunnen dus ook positief verrassen.
Onder beleggers keerde het vertrouwen al eerder terug dan bij de kredietbeoordelaars. De risico-opslag ten opzichte van Duitsland piekte in 2022 nog boven de 2,5%, maar schommelt inmiddels rond de 80 basispunten. Dat zijn niveaus die we voor het laatst zagen vóór de eurocrisis van 2010–2012. De Italiaanse rente ligt nu op hetzelfde niveau als de Franse rente. Maar waar Italië aan vertrouwen wint, verliest Frankrijk het juist. En dat heeft beleggers in Italiaanse staatsobligaties geen windeieren gelegd: ze behoren al tien jaar tot de best presterende van de eurozone. Het rendement ligt structureel hoger dan dat van de Duitse Bund en andere ‘sterke’ eurolanden, en dat tegen slechts beperkt hogere volatiliteit.
Met een rating van BBB+ is Italië nog ver verwijderd van de goudgerande AAA-status van Duitsland of Nederland. Dat roept de vraag op: hoe nu verder? Heeft Italië het beste al gehad en is instappen in Italiaanse staatsobligaties mosterd na de maaltijd? Of zet de trend door en dalen de risico-opslagen verder, zoals eerder gebeurde bij Portugal, Spanje en Griekenland na een reeks van hervormingen? Problemen zijn er genoeg: een gigantische staatsschuld, snelle vergrijzing en een lage structurele groei houden het land kwetsbaar.
Toch zijn de papieren van Italië in vergelijking met veel andere eurolanden minder slecht dan vaak wordt aangenomen. Zo wees kredietbeoordelaar Fitch bij de recente upgrade expliciet op de politieke stabiliteit in Italië. Jarenlang stond het land juist bekend om zijn eindeloze reeks kortstondige regeringen, maar de regering-Meloni is opvallend stabiel. De politieke instabiliteit zit nu juist in landen als Frankrijk en Nederland. Ook ligt de Italiaanse groei sinds de coronapandemie structureel boven die van Duitsland. Niet omdat Italië zo hard groeit, maar omdat Duitsland in zwaar weer verkeert.
De tijd van structureel sterke landen in de eurozone lijkt dan ook voorbij. Zwakke landen zijn sterker geworden, terwijl de voorheen sterkste landen verzwakken. Daarnaast lijkt de EU meer en meer in te zetten op gezamenlijke schulduitgifte. Eurobonds komen daardoor langzaam maar zeker dichterbij. Of we het nu willen of niet. Voor obligatiebeleggers is dit een signaal dat het onderscheid tussen kernlanden en periferie in de eurozone aan betekenis verliest. De risico-opslag van Italië oogt in dat licht nog steeds aantrekkelijk.
Misschien verdient Italië dus loon naar werken: een vaste plek in de staatsobligatieportefeuille.
In 'Verder volgens...' duiden de auteurs op persoonlijke titel financiële thema's.
Deze week geschreven door Coen van de Laar, Senior Investment Strategist.
Wil je reageren op dit artikel? Mail ons >
Achmea Investment Management
Investment Strategy
Postadres Postbus 866, 3700 AW Zeist
Bezoekadres Handelsweg 2, 3707 NH Zeist