Macro-economische cijfers schetsen een verrassend robuust beeld van de Amerikaanse economie. Zo werd de groei van de Amerikaanse economie over het tweede kwartaal positief bijgesteld van 3,3% naar 3,8% op jaarbasis. Dit kwam vooral door een opwaartse bijstelling van de consumentenbestedingen. Ook de eerste twee maanden van het derde kwartaal laten een solide stijging zien van de (reële) consumentenbestedingen. Ondanks de aanhoudende inflatiedruk blijft de consument spenderen. De PCE core deflator, de voorkeursinflatiemaatstaf van de Fed, stabiliseert op een niveau van 2,9% op jaarbasis. Zowel de initiële als de bestaande werkloosheids-uitkeringen vielen lager uit dan verwacht. De initiële uitkeringen bereikten het laagste aantal van de afgelopen twee maanden. Ook de cijfers van de huizenmarkt verrasten positief. Zowel de huizenverkopen als de bouwvergunningen stegen boven verwachting. Al deze ontwikkelingen pleiten niet direct voor verdere renteverlagingen. Binnen de Fed wordt daar echter verschillend over gedacht. Ondertussen is de ingeprijsde kans op twee verlagingen voor dit jaar teruggelopen. Het spant erom of er dit jaar nog één of twee renteverlagingen plaatsvinden.