Verder volgens...

200

Het gelijk van Mr. T

Wie kent hem nog? Mr. T, de met gouden kettingen behangen cultheld uit de jaren '80. Hij stopte een groot deel van zijn vermogen in goud. Achteraf gezien helemaal niet zo’n gek idee. Want anno 2025 staat het edelste der edelmetalen in het middelpunt van de belangstelling bij bezorgde beleggers.

We hebben vaker geschreven over het gele metaal (IH Week 21 2024 en IH Week 9 2020). Met een zwakke dollar, twijfel over treasuries en een oplaaiende handelsoorlog die aandelenbeleggers de stuipen op het lijf jaagt, behoort goud de laatste maanden tot de absolute star performers.

De goudprijs ligt inmiddels ruim boven de $3.000 per troy ounce. Reëel is de piek uit 1980 ingehaald. De laatste zet omhoog danken we misschien aan Trump, maar goud zit al ruim drie jaar in een sterke bullmarkt. Dit roept de vraag op: zijn beleggers met FOMO nu te laat? Is de piek bereikt? Ofwel, heeft goud nog een gouden toekomst?

Het antwoord is niet eenvoudig. Goud is lastig te waarderen, het heeft immers geen kasstromen waarop een waarderingsmodel kan worden losgelaten. Maar de vorige grote bullmarkt duurde van 2001 tot 2011 en leverde een prijsstijging van zo’n 600% op. Na de Nixon-schok, waarbij de koppeling tussen goud en Amerikaanse dollar werd doorgeknipt, steeg de goudprijs van 1971 tot 1980 met 1.500%. Sinds de dip in 2018 is de goudprijs nu met ‘slechts’ 180% gestegen. Dat suggereert dat er ruimte is voor verdere stijging.

Voor een structurele plek in de portefeuille, moet goud méér zijn dan een tijdelijke vluchthaven. Er moet ook sprake zijn van een positieve risicopremie. En dat is historisch het geval. Sinds de goudprijs in 1971 vrij beweegt, heeft goud een gemiddeld jaarlijks rendement laten zien van circa 8%. Dat is weliswaar iets lager dan het rendement op Amerikaanse aandelen (circa 10%), maar aanzienlijk hoger dan dat op staatsobligaties (circa 6%) en fors boven inflatie (circa 4%).

Dat staat haaks op de wijdverbreide aanname dat goud géén risicopremie oplevert en op lange termijn slechts met de inflatie meestijgt. Wat drijft de goudprijs dan? Onderzoek van de World Gold Council laat zien dat de vraag naar goud gedreven wordt door vier factoren:

- Sieraden;

- Industriële toepassingen;

- Centrale bankreserves;

- Beleggingen (fysiek en via ETF’s).

De vraag naar goud groeit door deze factoren robuust, terwijl het aanbod slechts beperkt groeit. De World Gold Council concludeert dat de goudprijs op de lange termijn eerder meegroeit met de nominale groei van de wereldeconomie dan met alleen de inflatie.

In combinatie met zijn bewezen waarde als crisishedge, maakt dit goud tot een aantrekkelijke beleggingscategorie voor beleggers op zoek naar diversificatie. Zeker voor wie het vertrouwen in de Verenigde Staten, de dollar en Amerikaanse staatsobligaties heeft verloren, blijft goud een aantrekkelijk alternatief. Dit ondanks de huidige prijs. En in het ergste geval kun je, net als Mr. T, het goud altijd nog omhangen als sieraad. Al is dat in Amsterdam misschien niet zo’n goed idee.

In 'Verder volgens...' duiden de auteurs op persoonlijke titel financiële thema's.

Deze week geschreven door Coen van de Laar Senior Investment Strategist.

Wil je reageren op dit artikel? Mail ons >

Achmea Investment Management

Disclaimer

Investment Strategy

Postadres Postbus 866, 3700 AW Zeist

Bezoekadres Handelsweg 2, 3707 NH Zeist

Deel deze pagina