Verder volgens...
Welkom in het openluchtmuseum
Meer Europa is niet de oplossing voor alle problemen
“25 years ago each major US corporate used to have an European counterpart, mainly in Germany and France. Today counterparts of US tech giants are in China and Europe is becoming an open-air museum. What happened?” Dit bericht stond begin deze maand op berichtenplatform X. Geflankeerd door een grafiek waarin de neergang van Europa pijnlijk zichtbaar is. Europa als openluchtmuseum. Inderdaad, wat is hier gebeurd?
Macro-economisch gezien gaat het al langere tijd niet goed met de Europese Unie (EU). In veel lijstjes duikelt Europa naar beneden. De economische ontwikkeling blijft al jaren achter bij die van de Verenigde Staten. Sinds 2000 is het reële beschikbare inkomen per hoofd van de bevolking in de Verenigde Staten bijna twee keer zo sterk gestegen als in de EU. Relatief gezien verliest Europa dus flink terrein en staat de welvaart onder druk. In 1993 maakte de EU circa 20% van de wereldeconomie uit. Nu is dat nog circa 13%.
Ook op andere gebieden is Europa een achterblijver. Europa is afhankelijk van andere landen voor grondstoffen en dit maakt het continent kwetsbaar. Mede daardoor zijn de energiekosten hoger dan in andere regio’s. Europa verliest aan concurrentiekracht waardoor de Europese industrie uitgehold wordt. Daarnaast is de militaire slagkracht beperkt. Zonder de militaire steun van de Amerikanen is de Europese vrijheid en veiligheid niet gegarandeerd. En ook in het bedrijfsleven is de teloorgang van Europa zichtbaar.
De roep om de neergang te keren wordt luider. Vorige week kwam een rapport uit over de concurrentiekracht van Europa van voormalig ECB-president Mario Draghi. Hij gaf aan dat radicale verandering nodig is, want de EU bevindt zich in een ‘existentiële strijd’. Zo roept de Italiaan de EU op om maar liefst €800 miljard per jaar extra te investeren in de industrie. Samenvattend zijn de conclusies van het rapport: meer investeren in geavanceerde technologie, de productiviteit moet omhoog, meer innovatie en beter onderwijs en meer aandacht voor defensie en veiligheid. En zijn advies is, niet geheel verrassend, dat de EU verder moet integreren op meerdere gebieden, zoals het gezamenlijk uitgeven van schuld.
Draghi’s analyse van de situatie in Europa is zorgelijk. Maar hij legt de vinger op de zere plek. Europa heeft de laatste decennia de basisvoorwaarden voor een succesvolle internationaal concurrerende markteconomie verwaarloosd. Sommige van zijn oplossingen snijden hout. Meer aandacht voor veiligheid is een voorwaarde voor houdbare economische groei. Daarnaast is het verhogen van de productiviteit, bijvoorbeeld door betere grensoverschrijdend infrastructuurprojecten en investeringen in innovatie, cruciaal voor het in stand houden van de Europese welvaartsstaat. Draghi ziet ook een belangrijke rol voor pensioenvermogen bij de financiering van deze projecten.
Maar het is de vraag of de bureaucratische EU überhaupt in staat is de Europese concurrentiekracht vlot te trekken. Meer geld en regels hebben in het verleden niet geleid tot een verbetering. En aan goede plannen in Europa geen gebrek. Herinnert iemand zich de agenda van Lissabon nog waarbij de EU zou uitgroeien tot de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld? Het idee was goed, de uitvoering is mislukt.
Europa heeft vaak ambitieuze doelen op meerdere gebieden. Door op te veel doelen tegelijk te willen sturen en al het ‘zoets’ vooral gelijk te willen verdelen over de lidstaten, loopt de uitvoering vaak vast in een moeras van regelgeving en complexiteit. Minder vergaande en eenvoudigere maatregelen zijn kansrijker, zoals minder complexe regelgeving en lagere energiekosten door lagere belastingen. En een meer pragmatische aanpak in het halen van de klimaatdoelen, omdat dit Europa duidelijk op achterstand zet ten opzichte van de Verenigde Staten en China.
Het draagvlak voor de EU is juist gebaat bij minder Europa en meer flexibiliteit op deze gebieden. Er zal iets moeten gebeuren om ons welvaartsniveau op peil te houden. Want anders is Europa straks inderdaad een openluchtmuseum. Mooi om te bezoeken, niet om in te leven.