
Inflatie stelt ECB voor dilemma
Het Europese inflatiedilemma
Afgelopen decennium stond het Europese monetaire beleid in het teken van het bestrijden van deflatierisico’s. In de nasleep van de financiële crisis kwakkelde de Europese economie waardoor de inflatie daalde naar niveaus onder de 0%. Sinds het hoogtepunt van de coronacrisis in het voorjaar van vorig jaar is de inflatie in Europa, als gevolg van productietekorten en een sterke toename van de vraag, sterk gestegen. Inmiddels noteert de Europese Harmonized Index of Consumer Prices (HICP) 3,4% op jaarbasis. Dat is het hoogste niveau in ruim 12 jaar. Onderliggend zijn er echter grote verschillen tussen de landen. In Duitsland zijn de producentenprijzen afgelopen jaar met 14,2% gestegen, het hoogste niveau in ruim 40 jaar. Ook de Duitse inflatie staat met 4,1% op het hoogste niveau sinds de invoering van het (vernieuwde) Europese Wisselkoersmechanisme in 1999. De Franse inflatie is daarentegen met 2,2% op jaarbasis nog gematigd. Ook de Italiaanse en Spaanse inflatiecijfers vallen in absolute zin nog mee. Dit plaatst de ECB voor een dilemma: nu de rente verhogen om de Duitse inflatie te bestrijden en een nieuwe schuldenproblematiek riskeren dan wel wachten en een hogere inflatie accepteren? Een survey van Bloomberg onder vooraanstaande macro-economen wees uit dat men verwacht dat de ECB tijdens de beleidsvergadering van volgende week in ieder geval geen stappen zal zetten om de rente te verhogen.
Hoogste stijging Duitse producentenprijzen ooit

Bron: Bloomberg, Achmea IM
Amerikaanse PMI blijft hoog

Bron: Bloomberg, Achmea IM
Amerikaanse huizenmarkt sterker dan verwacht
De cijfers die afgelopen week over de Amerikaanse huizenmarkt werden gepubliceerd, waren sterker dan verwacht. De verkoop van bestaande huizen steeg op jaarbasis naar 6,29 miljoen. Economen waren uitgegaan van 6,1 miljoen. Een belangrijke factor hierin zijn vertragingen in de bouw van nieuwe huizen. Door een tekort aan arbeid en materialen is een record van 1,426 miljoen huizen nog onder constructie. Het is voor het eerst in 50 jaar dat de hoeveelheid op jaarbasis opgeleverde huizen (1,24 miljoen) lager ligt dan de huizen die nog in aanbouw zijn. Ook de Amerikaanse industrie kampt met tekorten en problemen in de productieketens. De industriële productie daalde met 1,3% op jaarbasis. En de Industriële inkoopmanagersindex (PMI) daalde licht van 60,7 naar 59,2. Deze daling werd echter ruimschoots gecompenseerd door een stijging van de PMI van de dienstensector van 54,9 naar 58,2.
Chinese groei vertraagt
De groei van de Chinese economie daalde in het derde kwartaal naar 4,9% op jaarbasis. Een kwartaal eerder bedroeg deze groei nog 7,9%. De belangrijkste factor achter de daling was een tegenvallende industriële productie. Deze daalde in september naar 3,1% op jaarbasis tegen 5,3% een maand eerder. De industrie in China heeft te kampen met de consequenties van nieuwe lokale lockdowns om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Doordat de voor de productie van steenkolen belangrijke regio Shaanxi hierdoor is geraakt, is er een tekort aan steenkolen ontstaan. Dit heeft er op zijn beurt toe geleid dat de stroomvoorziening in China hapert. Verschillende bedrijven hebben hun productie tijdelijk stil moeten leggen door het wegvallen van de stroom. Ook speelt de recente aanscherping van de richtlijnen om overkredietering in de vastgoedsector tegen te gaan door de Chinese overheid de economie parten. Hierdoor kwam onder andere Chinese vastgoedreus Evergrande in de problemen en zijn de huizenverkopen met 17% gedaald doordat potentiële kopers zijn afgeschrikt.
Economische groei China zwakt af
