
Inflatiedruk houdt aan
Europese Commissie leent voor EU-herstelfonds
De Europese Commissie is vorige week gestart met de uitgifte van de eerste Next Generation EU-obligatie. Er was veel belangstelling voor deze obligatie en er werd €20 miljard opgehaald. De obligatie heeft een looptijd van 10 jaar en het effectieve rendement bedroeg 0,086% bij uitgifte. Dit is circa 32 basispunten hoger dan dat van een vergelijkbare Duitse 10-jaarsobligatie. Dit jaar zullen nog meerdere obligatie-uitgiftes plaatsvinden voor het herstelfonds. Het doel van dit fonds is het ondersteunen van de Europese economieën na de klap van de coronacrisis. Met het geld uit het EU-herstelfonds kunnen lidstaten in de vorm van giften (subsidies) en leningen projecten financieren die hun economieën duurzamer, digitaal sterker en veerkrachtiger moeten maken. Vooral Italië en Spanje zullen gebruik maken van het herstelfonds. De Europese Commissie wil tot eind 2026 ieder jaar ongeveer €150 miljard ophalen, in totaal voor circa €800 miljard. Bijna een derde hiervan zal classificeren als een groene obligatie. Door de grote uitgifte wordt de EU een belangrijke partij in de euro-obligatiemarkt.
“This is the largest-ever institutional bond issuance in Europe, the largest-ever institutional single tranche transaction and the largest amount the EU has raised in a single transaction.”
Persbericht van de Europese Commissie over de uitgifte van de Next Generation EU-obligatie
Amerikaanse producentenprijsinflatie (PPI)

Bron: Bloomberg, Achmea IM
Amerikaanse inflatiedruk houdt aan
De inflatiedruk in de Verenigde Staten houdt aan. De producentenprijsindex (PPI) steeg jaar-op-jaar met 6,6% in mei. Dit was hoger dan verwacht. De stijging wordt vooral veroorzaakt door prijsstijgingen van goederen. Ook de importprijzen stegen harder dan verwacht. Dit gold tevens voor de importprijzen exclusief de volatiele energieprijzen. Binnen de Amerikaanse centrale bank krijgt de oplopende inflatie steeds meer aandacht (zie Uitgelicht). In de eurozone loopt de inflatie eveneens op, maar deze stijgt minder sterk dan in de Verenigde Staten. In mei bedroeg de eurozone-inflatie 2% jaar-op-jaar. De kerninflatie kwam uit op 1%. Het economische herstel zet in zowel de Verenigde Staten als de eurozone door. In beide regio’s nam de industriële productie toe in de voorbijgaande maanden.
Britse inflatie stijgt
De inflatie in het Verenigd Koninkrijk kwam hoger uit dan verwacht. De stijging van de consumentenprijsindex (CPI) kwam in mei uit op 2,1% jaar-op-jaar. De kerninflatie, de inflatie exclusief de volatiele energie- en voedselprijzen, bedroeg 2,0%. De stijging van de retailprijsindex (RPI) bedroeg 3,3%. Ook de producentenprijsinflatie kwam hoger uit dan verwacht. Het beeld van oplopende inflatie in het Verenigd Koninkrijk is vergelijkbaar met de inflatieontwikkelingen in de Verenigde Staten en de eurozone. De stijging van de energiekosten en het herstel van de economie uit de lockdown stuwen de inflatiecijfers. Binnen de Britse centrale bank gaan er stemmen op om begin volgend jaar de beleidsrente te verhogen als de inflatiestijging aanhoudt. Maar vooralsnog wordt de stijging als tijdelijk gezien. Dit neemt niet weg dat de Britse break-even inflatie begin deze maand naar het hoogste niveau in de afgelopen tien jaar steeg. De afgelopen weken viel deze weer terug.
Britse break-even inflatie op hoog niveau
