Gunstige groeivooruitzichten

ECB verhoogt groeiprognoses

Uit de definitieve groeicijfers bleek dat de eurozone-economie in het eerste kwartaal minder kromp dan eerst werd gevreesd. Het definitieve cijfer kwam uit op een krimp van 0,3% kwartaal-op-kwartaal tegen een krimp van 0,6% van het eerdere groeicijfer. Ook de groeiprognoses zijn gunstig. Zo verhoogde de ECB de groeivooruitzichten van de eurozone over 2021 van 4% naar 4,6% en over 2022 van 4,1% naar 4,7%. Deze hogere verwachte groei komt door de snellere openstelling van de economieën, ondersteund door aanhoudende monetaire en begrotingsstimulansen. De ECB liet de beleidsrentes ongewijzigd en benadrukte dat er, ondanks de gunstigere groeivooruitzichten, voorlopig nog geen rem zit op de steunaankopen van obligaties. Het significant hogere tempo waarmee deze obligaties sinds maart opgekocht worden, houdt dus voorlopig nog aan. De ECB verhoogde ook de inflatieverwachtingen, over 2021 van 1,5% naar 1,9% en over 2022 van 1,2% naar 1,5%. De ECB verwacht dat de inflatie in 2023 terugvalt naar 1,4%, ruim onder de doelstelling van net onder de 2%. Opvallend is dat de Duitse Bundesbank de Duitse inflatieverwachting voor dit jaar naar 2,6% heeft verhoogd en aangeeft dat deze zelfs even 4% kan bedragen.

ECB blijft in verhoogd tempo obligaties kopen

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Amerikaanse consumentenvertrouwen herstelt

Bron: Europese Commissie, Achmea IM

Amerikaanse consumentenvertrouwen herstelt

Ook de Amerikaanse economie gaat steeds verder van het slot. Het vertrouwen van de Amerikaanse consument steeg mede daardoor harder dan verwacht, zo blijkt uit de enquête van Michigan University. Uit de enquête blijkt dat de verwachte 1-jaarsinflatie is afgenomen van 4,6% naar 4% en de inflatie op lange termijn van 3% naar 2,8%. Ook de gunstige ontwikkelingen van de werkgelegenheid dragen bij aan het toegenomen vertrouwen. Zo blijven de vacatures oplopen en daalde het aantal werkloosheidsuitkeringen. De gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt vertalen zich nog niet in sterke loonstijgingen. Zo stegen de nominale uurlonen in mei weliswaar met 0,5%, de reële uurlonen daalden met 0,2%. Jaar-op-jaar daalden de reële uurlonen met 2,8%.

Minimum tarief voor winstbelasting

De ministers van Financiën van de G7 zijn met plannen gekomen om wereldwijd een minimum belastingtarief van 15% op internationale bedrijfswinsten te hanteren. Winsten zullen worden belast in het land waar de winst daadwerkelijk behaald wordt en niet in het land waar het hoofdkantoor staat. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijven die een groot deel van hun winsten in het buitenland halen, veelal de grote bedrijven uit de farmaceutische en de technologiehoek, deze winsten boekhoudkundig verschuiven naar landen met een fiscaal vriendelijk klimaat. Er wordt geschat dat door dit plan circa $50-80 miljard per jaar aan extra belastingen door ‘s werelds grootste multinationals betaald zal gaan worden. Landen met grote consumentenmarkten profiteren hier het meest van. Hoewel hogere belastingen negatief zijn voor de bedrijfswinsten, hoeft dit plan niet per se slecht uit te pakken. Reden is dat diverse Europese landen nu ook al op eigen houtje Amerikaanse technologiebedrijven willen belasten voor de “digitale” winsten. Een wereldwijde belastingovereenkomst voorkomt dit en voorkomt daarmee ook handelsfricties tussen de landen. Deze belastingovereenkomst past in het tijdsbeeld, waarin overheden de belastingen willen opvoeren. De trend van dalende belastingpercentages op bedrijfswinsten is dan ook op zijn retour.

Dalende trend winstbelastingen op zijn retour

Bron: Tax Foundation, Achmea IM

image
image
image

Deel deze pagina