Vertrouwen in de toekomst

Inflatie bedreigt vertrouwen Amerikaanse consument

De oplopende inflatie dreigt het Amerikaanse consumentenvertrouwen te gaan raken. Dat blijkt uit de meest recente consumentenvertrouwenscijfers. Het brede consumentenvertrouwen daalde in mei van 117,5 naar 117,2. Deze daling kwam geheel voor rekening van het vertrouwen in de toekomst. Deze component daalde van 107,9 naar 99,1. De oplopende inflatieverwachtingen speelden een belangrijke rol bij deze terugval. De Amerikaanse consument vreest dat de koopkracht onder druk komt te staan door de oplopende prijzen. Over de huidige situatie blijft de Amerikaanse consument echter onverminderd positief. Deze index steeg van 131,9 naar 144,3. Dit hoge vertrouwen in de huidige situatie ondersteunt de verwachting dat de Amerikaanse economie de komende kwartalen robuust groeit. Uit de terugval in de verwachtingen blijkt echter dat een substantieel hogere inflatie een rem kan zetten op de groei in 2022. Onder meer de almaar oplopende huizenprijzen zijn hiervoor een indicatie. In maart steeg de prijs voor een gemiddelde Amerikaanse woning met 1,4%. De jaar-op-jaar stijging van de woningprijzen liep daardoor op van 12,4% naar 13,9%. Daarmee liggen de prijsstijgingen fors hoger dan tijdens de vorige hausse op de woningmarkt in 2004 – 2005. Door de hoge prijzen begint de vraag naar woningen echter te dalen. Zo daalde de verkoop van nieuwbouwhuizen in april met 5,9%.

Vertrouwen Amerikaanse consument

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Stijging Duits ondernemersvertrouwen (IFO)

Bron: Bloomberg, Achmea IM

Optimisme Duitse ondernemers blijft hoog

De IFO-index, de belangrijkste graadmeter van het Duitse ondernemersvertrouwen, steeg in mei van 96,6 naar 99,2. Daarmee ligt het vertrouwen ruim boven het niveau van voor de corona-uitbraak. Zowel het vertrouwen in de huidige situatie als het vertrouwen in de toekomst liep op. De vertrouwensindex steeg naar 102,9. Dat is het hoogste niveau sinds april 2017 en 30 punten hoger dan tijdens het dieptepunt van de coronacrisis. Er zijn meerdere redenen voor het optimisme in het Duitse bedrijfsleven. Daaronder de versoepelingen van de coronabeheersingsmaatregelen en de op stoom komende vaccinatiecampagne. De Duitse economie gaat daardoor weer langzaam maar zeker open. Ook de positieve ontwikkelingen in de rest van de wereld voeden het optimisme onder de ondernemers. Het hoge vertrouwen duidt er op dat de Duitse economie de komende kwartalen waarschijnlijk krachtig groeit. Na een belabberd eerste kwartaal is dat ook nodig. Uit de definitieve bbp-groeicijfers blijkt dat de Duitse economie in het eerste kwartaal met 1,8% kromp. Ten opzichte van een jaar geleden bedroeg de krimp zelfs 3,4%. Deze forse krimp werd veroorzaakt door de strike lockdown die grote delen van de binnenlandse economie raakte.

ECB-duiven laten zich horen

Naast de discussies over de inflatie, wordt er op de financiële markten ook gespeculeerd over de mogelijkheid dat de ECB het obligatie-opkoopprogramma eerder gaat afbouwen. De ECB is niet blij met deze speculaties omdat het de effectiviteit van het ECB-beleid kan ondermijnen. Bij monde van het Italiaanse ECB-directielid Fabio Panetta maakte de ECB daarom nogmaals duidelijk dat het afbouwen van het opkoopprogramma voor obligaties voorlopig niet aan de orde is. Volgens Panetta zijn er nog geen signalen van een bestendige stijging van de inflatie. Integendeel, de waardestijging van de euro kan juist voor neerwaartse druk op het prijspeil zorgen. Speculaties over het afbouwen van het opkoopprogramma zijn dan ook prematuur. Het afbouwen van het obligatie-opkoopprogramma is pas aan de orde als de kerninflatie in een opwaartse trend zit en de inflatieverwachtingen in lijn liggen met de ECB-doelstelling. Zover is het nog lang niet. Volgens Panetta is de economie nog te zwak om de inflatiedruk significant te doen stijgen. Hij ziet de recente stijging van de kapitaalmarktrentes dan ook als een ongewenste ontwikkeling.


“Only a sustained increase in inflationary pressures, reflected in an upward trend in underlying inflation and bringing inflation and inflation expectations in line with our aim, could justify a reduction in our purchases,”

ECB-directielid Fabio Panetta

image
image
image

Deel deze pagina