Verenigde Staten staan er beter bij dan ooit tevoren

Afgelopen week hield president Donald Trump de ‘State of the Union’, een jaarlijkse toespraak van de president van de Verenigde Staten tot de leden van het Amerikaanse Congres (het Huis van Afgevaardigden en de Senaat) over de toestand van het land. Volgens Donald Trump staan de Verenigde Staten er beter voor dan ooit tevoren. In het eerste half uur somde Donald Trump allemaal economische successen op, waarvoor hij zegt verantwoordelijk te zijn. Dit zijn onder meer de lage werkloosheid, ook bij minderheden en gehandicapten, en het feit dat de Verenigde Staten de grootste gas- en olieproducent ter wereld zijn geworden. De sterke economische ontwikkelingen gaan overigens wel gepaard met een toename van de overheidsschulden. Zorgelijk was dan ook een update van de Congressional Budget Office met een langetermijnprojectie van de overheids-schuld. Door onder meer de ouder wordende bevolking nemen de uitgaven van bijvoorbeeld de sociale zekerheid en Medicare toe. De overheidsschulden als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) lopen hierdoor naar verwachting op van 81% in 2020 naar 180% in 2050. In juni 2019 werd nog uitgegaan van 144% in 2049.

Amerikaanse industrie toont herstel

In tegenstelling tot de Duitse industrie toont de Amerikaanse industrie meer tekenen van herstel. Zo stegen de fabrieksorders sterker dan verwacht en zet het productieherstel gestaag door. Ook de vooruitzichten van de industrie verbeterden, mede door het fase 1 handelsakkoord met China. Zo liep de inkoopmanagers-index van Markit (PMI Manufacturing) op van 51,7 naar 51,9 en de ISM Manufacturing van 47,8 naar 50,9. Beide indices duiden nu op aantrekkende groei in de industrie. Ook de inkoopmanagersindices van de dienstensector liepen verder op. Alhoewel het tekort op de Amerikaanse handelsbalans over december weer wat opliep, daalde het tekort over heel 2019. Dit was de eerste daling sinds 6 jaar. Ruim de helft van het Amerikaanse handelstekort betreft de handel met China. Dit tekort met China was vorig jaar 17,6% lager dan het recordtekort in 2018. De import uit China daalde met 16,2%, terwijl de export naar China met 11,4% daalde. Dit was de grootste daling sinds 2003.

Amerikaanse banenmotor draait op volle toeren

De non-farm payrolls, de belangrijkste maatstaf voor de baancreatie in de Amerikaanse economie, stegen van 147 duizend naar 225 duizend banen. Dat was een stuk hoger dan de consensusverwachting van 165 duizend en daarnaast werd de baancreatie over de maand ervoor nog licht positief bijgesteld. De sterker dan verwachte stijging kwam mede door het warme weer, waar bijvoorbeeld de bouwsector van profiteerde. Het werkloosheidspercentage liep onverwachts op van 3,5% naar 3,6%. Ook de zogenaamde underemployment rate, die rekening houdt met het feit dat veel mensen meer zouden willen werken dan ze doen, liep op van 6,7% naar 6,9%. De stijging van de uurlonen trok ook weer wat aan en kwam uit op 3,1% jaar-op-jaar. Deze gunstige ontwikkelingen in de Verenigde Staten zijn maar ten dele de verdienste van de huidige regering. Maar ze zijn voor president Trump wel een belangrijke troefkaart in de strijd om de gunst van de kiezer die in november zal worden beslist.