Britten nemen afscheid van de EU

Gematigde inflatie eurozone

Ook in januari lag de inflatie in de eurozone ruimschoots onder de doelstelling van de ECB. De eerste schatting van de consumentenprijsinflatie (CPI) komt uit op 1,4% (jaar-op-jaar). Dat is 0,1% hoger dan het cijfer over december. De hogere inflatie komt vooral voor rekening van hogere energie- en brandstofprijzen. De kerninflatie, de inflatie zonder de volatiele voedsel- en energieprijzen, daalde tegen de verwachting in van 1,3% naar 1,1%. De daling van de kerninflatie wijst er op dat de prijsdruk in de eurozone gematigd blijft. De olieprijs is de laatste maanden weer gestaag gedaald. Mede hierdoor zal ook het brede inflatiecijfer in de eurozone de komende maanden naar verwachting weer terugvallen. De ECB-inflatiedoelstelling van onder maar dicht bij de 2% blijft daarmee voorlopig buiten beeld.

Inflatie eurozone blijft laag

Bron: Bloomberg, Achmea IM


“We love Europe, we just hate the European Union. I hope that this begins the end of this project,”

Nigel Farage, stuwende kracht achter de brexit, in zijn afscheidsspeech voor het Europees parlement

Brexit geslaagd, nu een handelsverdrag

Op 31 januari hebben de Britten de EU officieel verlaten. Het Europees parlement steunde, met tegenzin, het scheidingsakkoord. Daarmee is drie en een half jaar na het brexit-referendum de eerste fase van de brexit eindelijk volbracht. Nu begint de moeilijke taak om een nieuwe (handels)relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU te smeden. De tijdsdruk is groot. De Britse premier Johnson heeft zichzelf 11 maanden de tijd gegeven om een handelsverdrag met de EU te sluiten. Gedurende deze onderhandelingstermijn geldt een overgangsfase waarin er niets verandert en de EU-regels van kracht blijven. Het tijdschema is ambitieus omdat het uitonderhandelen en ratificeren van handelsverdragen normaliter jaren duurt. Wat de situatie verder bemoeilijkt, is dat het Verenigd Koninkrijk en de EU een andere relatie voor ogen hebben. De Britten willen bijvoorbeeld niet langer onder het Europees Hof vallen. De EU wil de Britten juist zoveel mogelijk aan haar regels binden en een gelijk speelveld waarborgen. Deze verschillen en het krappe tijdschema betekenen dat er een grote kans bestaat dat de partijen er niet binnen de gestelde termijn uitkomen. Een harde brexit op 1 januari 2021 waarbij de Britten terugvallen op de WTO-regels blijft daarmee een scenario met een oplopende kans.

Fed en BoE handhaven beleid

Zowel de Amerikaanse centrale bank (Fed) als de Britse centrale bank (BoE) hielden de beleidsrente constant. Ze brachten ook geen andere grote wijzigingen aan in het monetaire beleid. De Fed-voorzitter Jerome Powell sprak de verwachting uit dat de beleidsrente ook komend jaar stabiel blijft. Dus geen verhoging, maar ook geen nieuwe verlaging van de beleidsrente. Het huidig renteniveau, van 1,50% tot 1,75%, zou passend zijn om de economische expansie dit jaar te laten voortduren. De rente zou ook passend zijn om de inflatie op middellange termijn in lijn te brengen met de doelstelling van 2%. Dit is voor de Fed zeer belangrijk. Powell benadrukte dat de Fed niet wil dat de inflatie voor langere tijd onder de doelstelling ligt. Hij wil ook voorkomen dat de Amerikaanse inflatieverwachtingen net zo laag worden als in de eurozone. Dit betekent dat de Fed het zal accepteren als de inflatie tot boven de doelstelling stijgt. Op de financiële markten wordt er van uitgegaan dat de Fed gedwongen wordt om de rente in de loop van 2020 verder te verlagen. In het Verenigd Koninkrijk handhaafde de BoE de beleidsrente op 0,75%. De centrale bank rekent er op dat de Britse economie in 2020 aantrekt. Een renteverlaging zou daarom niet nodig zijn. Wel blijft de BoE de situatie goed volgen en ze staan klaar om indien nodig in te grijpen.

Amerikaanse beleidsrente

Bron: Bloomberg, Achmea IM

image
image
image

Deel deze pagina