
Uitkijken naar economisch herstel
Europees herstelfonds krijgt vorm
Afgelopen week presenteerde de Europese Commissie een herstelfonds van €750 miljard. Dit fonds bestaat uit €500 miljard aan giften en €250 miljard aan leningen, die primair bedoeld zijn om de sterk getroffen Zuid-Europese economieën te reanimeren. Het geld uit het fonds dient onder andere ten goede te komen aan digitalisering, bestrijding van klimaatverandering en economische hervormingen. De Europese Commissie wil het geld voor het fonds zelf gaan lenen op de kapitaalmarkt en terug betalen na 2027, maar uiterlijk in 2058. Om deze financieringslasten te dragen wil de Europese Commissie belastingen invoeren die ze zelf gaat innen. Aangezien alle 27 EU-landen unaniem akkoord moeten gaan met deze plannen zullen ze op verschillende punten nog wel veranderen. Maar de kans is groot dat er uiteindelijk een herstelfonds komt. De Europese economie kan wel wat positieve impulsen gebruiken. Ondertussen gaan steeds meer landen in meer of mindere mate van het slot. Nu het coronavirus steeds minder slachtoffers maakt, openen steeds meer (pret)parken en horeca de deuren. Het vertrouwen in een economisch herstel neemt dan ook geleidelijk aan weer toe. Zo veerde het vertrouwen in de Duitse economie (IFO) harder op dan verwacht.
Duits ondernemersvertrouwen veert iets op

Bron: Bloomberg, Achmea IM
Vooruitzichten Chinese economie stabiel

Bron: Bloomberg, Achmea IM
Spanningen tussen VS en China lopen op
De vooruitzichten voor de Chinese economie bleven per saldo onveranderd. De inkoopmanagersindex van de industrie liep iets terug naar 50,6 en die van de dienstensector steeg naar 53,6. De Chinese economie komt dus nog niet echt op gang. Dit is ook afhankelijk van het herstel in de rest van de wereld. Daarnaast dragen de opgelopen spanningen met de Verenigde Staten niet bij aan het sentiment. De aanleiding voor de opgelopen spanningen is de omstreden veiligheidswet die het Chinese parlement heeft aangenomen voor Hong Kong. Deze wet ziet toe op het verbod op staatsondermijnende activiteiten, op het streven naar onafhankelijkheid en op buitenlandse inmenging. Maar deze wet wordt vooral gezien als een manier om de greep op Hong Kong te versterken en haar autonome status af te nemen. Dit is een doorn in het oog van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, aangezien dit indruist tegen de afspraken waaronder het Verenigd Koninkrijk Hong Kong in 1997 overdroeg aan China. De Amerikanen beschouwen Hong Kong door de acties van China niet meer als autonome regio en schorten de speciale handelsrelatie met Hong Kong op. Trump kondigde verder geen economische sancties aan, maar gaat wel scherper letten op Chinezen die mogelijk een veiligheidsrisico vormen voor de Verenigde Staten en op Chinese bedrijven die aan de Amerikaanse beurzen genoteerd zijn. Ook kondigde Trump aan de banden te verbreken met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), omdat deze volgens hem te veel onder invloed van China staat. De EU gaf aan bezorgd te zijn over de ontwikkelingen, maar vindt sancties niet de oplossing. Angela Merkel gaf eerder in de week aan juist de banden met China te willen aanhalen. Dit is één van haar prioriteiten zodra Duitsland op 1 juli het 6-maands roterende voorzitterschap van de Raad van de EU overneemt.
Wisselend beeld Amerikaanse economie
Amerikaanse macro-economische cijfers laten een gemengd beeld zien. Zo stegen de verkopen van nieuwe woningen, terwijl er een forse daling verwacht werd. De nog af te wikkelen woningverkopen (pending home sales), een leidende indicator voor de verkopen van bestaande woningen, daalden in april echter harder dan verwacht met 21,8%. Door de federale uitbetalingen uit hoofde van de CARES act liepen de gezinsinkomsten sterk op. Mede door de lockdowns werden die alleen niet besteed. Zo lieten de consumentenbestedingen in april een dubbelcijferige daling zien, net als de orders van duurzame goederen. De groei van de Amerikaanse economie over het eerste kwartaal werd licht neerwaarts bijgesteld, van 4,8% naar 5% op jaarbasis. Het vertrouwen onder ondernemers in de regio van Chicago daalde veel sterker dan verwacht, terwijl het vertrouwen volgens indicatoren van de centrale banken van Richmond en Dallas juist minder hard daalde. Het consumenten-vertrouwen liet een gemengd beeld zien. De index van de Conference Board steeg, primair door een stijging van de “verwachtingen” component, terwijl de index van Michigan University (licht) daalde. Hier daalden zowel de componenten “huidige situatie” als “verwachtingen”. Door de sterk afgenomen economische activiteit daalden de consumentenprijzen in april. De Personal Consumption Expenditures (PCE) prijsindex liep terug naar 0,5% jaar-op-jaar. Exclusief de volatiele voedsel-en energiecomponenten daalde deze index van 1,7% naar 1% jaar-op-jaar.
Amerikaanse inflatie loopt terug
