Economische dieptepunten
Versoepeling corona-maatregelen in Europa
De economische cijfers die afgelopen week naar buiten kwamen voor de eurozone schetsten een grimmig beeld. In de maand maart is de industriële productie over de hele linie fors gedaald. Met name de industrieën van Frankrijk (-17,3% j-o-j krimp) en Spanje (-11,3% j-o-j krimp) zijn zwaar geraakt door de drastische maatregelen om het coronavirus in te dammen. De cijfers tonen vooral dat de landen die relatief harde lockdowns hebben ingesteld, relatief ook de meeste economische schade oplopen. Nederland en Duitsland hebben met hun iets lossere aanpak de economische schade tot nu toe weten te beperken. Dit heeft zijn weerslag op het sentiment. In april daalde dat voor de Nederlandse maakindustrie tot een niveau van 41,3. Het sentiment in de Spaanse en Italiaanse maakindustrieën ligt met niveaus iets boven de 30, beduidend lager. De hoop is dat nu het aantal nieuwe besmettingen in Europa daalt en de coronavirusmaatregelen in meeste landen worden versoepeld, de economie ook weer op gang kan komen. Komende weken zal blijken of de versoepeling van de maatregelen in Europa verder kan worden doorgezet of dat het aantal nieuwe besmettingen weer toeneemt. In dat laatste geval zullen de economieën waarschijnlijk het dieptepunt nog niet hebben bereikt.
Aantal nieuwe coronabesmettingen neemt af
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Amerikaanse werkloosheid vestigt nieuw record
Bron: Bloomberg, Achmea IM
Werkloosheid Verenigde Staten op recordhoogte
De krimp in het aantal banen in de VS buiten de landbouwsector, de non-farm payroll, was in april ongekend. Meer dan 20 miljoen banen gingen afgelopen maand verloren. Het Amerikaanse werkloosheidcijfer voor april kwam hierdoor uit op 14,7%. Dat was weliswaar lager dan de 16,0% waar economen rekening mee hielden, maar betekent wel dat de werkloosheid een naoorlogs hoogtepunt heeft bereikt. Gegeven de snelheid van de ontwikkelingen is het waarschijnlijk dat werkloosheid in mei nog hoger uit zal komen. Het aantal nieuwe werkloosheidsaanvragen bedroeg afgelopen week wederom meer dan 3 miljoen. De malaise voor de Amerikaanse arbeidsmarkt heeft het dieptepunt dus nog niet bereikt. Ook andere economische cijfers tonen dat de Amerikaanse economie door een historisch diep dal gaat. Het contrast met bijvoorbeeld Duitsland is schril en reflecteert grotendeels het verschil in arbeidsmarkt-instutities in beide landen. Voor Duitsland gaat het IMF uit van een werkloosheid van 3,9%. De roep om de coronamaatregelen in de Verenigde Staten te versoepelen wordt steeds sterker. De ontwikkeling van het aantal besmettingen in de Verenigde Staten lijkt hiertoe – in tegenstelling tot de cijfers in meeste Europese landen – nog weinig aanleiding te geven.
Chinese economie komt traag op gang
De Chinese cijfers wijzen erop dat het land de ergste economische pijn achter de rug lijkt te hebben. De exporten stegen op jaarbasis met 3,5%. Men verwachtte hier nog een daling van -6,6%. Ook het sentiment lijkt het dal te hebben gepasseerd. De Caixin PMI voor de dienstensector steeg van 43,0 naar 44,4. Dit niveau duidt nog op krimp, maar de krimp lijkt wel af te nemen. Economen gingen zelfs al uit van een PMI van boven de 50, maar dat viel dus tegen. De PMI voor de maakindustrie daalde een week eerder nog licht naar 49,4, tegen 50,1 een maand eerder. Hier speelt waarschijnlijk de afnemende vraag uit het buitenland een belangrijke rol. Dat het sentiment in de dienstensector de weg naar boven weet te vinden is positief nieuws. Gegeven de economische problemen in Europa en de Verenigde Staten, zal de Chinese economie het voorlopig vooral van het aantrekken van de interne vraag moeten hebben.
Chinees sentiment stijgt licht
Bron: Bloomberg, Achmea IM
