
Druk op olieprijs zal aanhouden
Olieproductie hoger door ruzie Saoedi-Arabië en Rusland
Afgelopen week begon met het nieuws dat er onenigheid was tussen de OPEC-lid Saoedi-Arabië en Rusland over olieproductiebeperkingen. Door de uitbraak van het coronavirus is de vraag naar olie wereldwijd sterk afgenomen. Door de maatregelen die wereldwijd worden genomen is zal de vraag nog enige tijd zwak blijven. Het Saoedische koninkrijk wilde daarom de olieprijs per vat ondersteunen door af te spreken per tweede kwartaal van dit jaar minder te produceren. Rusland, geen lid van de OPEC, maar de laatste tijd wel aanwezig bij de vergaderingen, wilde hier niet in meegaan en blies de samenwerking met de OPEC op. De exacte redenen van deze actie zijn onduidelijk, maar hoogstwaarschijnlijk willen de Russen met deze actie onder andere de Amerikaanse shale oil-producenten dwars zitten. Saoedi-Arabië reageerde furieus op de Russische weigering tot productiebeperkingen en startte een prijsoorlog. Het land kondigde aan per direct fors meer olie tegen een lagere prijs te zullen produceren.
Het balanceren van productiekosten en begrotingen
Door de combinatie van forse vraaguitval en hogere productie kelderde de olieprijs. Hierdoor is een game of chicken ontstaan tussen vooral Rusland en Saudi-Arabië. De vraag is welk land het langste met de een lage olieprijs kan leven. Saoedi-Arabië is de olieproducent met wereldwijd de laagste productiekosten. Het kost de Saoedi’s slechts enkele dollars om een vat olie op te pompen. De productiekosten in Rusland bedragen naar schatting tussen de $20 – $30 per vat. De Russische oliesector zal bij deze lage prijzen dus eerder in problemen komen. Omgekeerd is de Russische economie een stuk minder afhankelijk van de olie-inkomsten. De Russische begroting heeft een prijs van circa $50 per vat nodig om sluitend te zijn. Saoedi-Arabië heeft daarentegen een prijs van ruim $80 per vat nodig om de begroting te sluiten. Om het gat in de begroting (deels) te dichten moet Saoedi-Arabië dus een fors groter marktaandeel zien te verwerven.
Olieproblemen zetten high yield onder druk
Ongetwijfeld hebben geopolitieke afwegingen de doorslag gegeven in het Russische besluit om de olie-deal te laten klappen. In het Midden-Oosten staan de Saoedi’s en de Russen indirect tegen elkaar. De Russen steunen Syrische president Assad, terwijl de Saoedi’s een Amerikaanse bondgenoot zijn. Belangrijker is waarschijnlijk dat de lage olieprijs de Amerikaanse schalie-olieproducenten onder druk zet. De prijs van een vat WTI olie bedraagt momenteel $31,7. Om winst te kunnen maken hebben meeste Amerikaanse shale gas-producenten een prijs nodig van $40 tot $50. Dit betekent dat veel van de met schuldoverladen Amerikaanse producenten voor hun bestaan moeten vrezen. Omdat de energiesector een groot deel van de high yield-obligatiemarkt beslaat betekent dit dat de risico-opslagen omhoog zijn geschoten. Des te langer de prijs onder druk blijft staan des te hoger het aantal defaults naar verwachting zal zijn.
Vraag zal langere tijd zwak blijven
Er lijkt geen reden aan te nemen dat vraag naar olie op korte termijn herstelt. De maatregelen die wereldwijd worden genomen om de virusuitbraak tegen te gaan blijven zeker nog een maand van kracht. En dit is aannemende dat de maatregelen inderdaad effectief zijn. De vraag naar brandstof voor de luchtvaart, wegtransport en industrie zal hierdoor laag blijven. Daarnaast kunnen zowel Saoedi-Arabië als Rusland door hun omvangrijke valutareserves de lage prijzen makkelijk een jaar of twee uitzingen. De Amerikanen hebben aangegeven de prijs van olie te willen ondersteunen olie op te kopen voor nieuwe strategische reserves. Hierdoor zal de olieprijs waarschijnlijk niet snel nog een scherpe daling maken. Een snelle terugkeer naar de prijzen van afgelopen twee jaar, circa $60 per vat, lijkt echter onwaarschijnlijk.
Amerikaanse olieproductie sterk gestegen

Bron: Bloomberg, Achmea IM
Saoedische begroting afhankelijker van olie

Bron: Bloomberg
Risico-opslag energiesector fors hoger
