De eerste schatting van de inkoopmanagersindices (PMI) duiden op verder economisch herstel. In de Verenigde Staten steeg de composite index in december naar 52,2. Deze stijging kwam vooral door de dienstencomponent. Het niveau van de dienstenindex steeg van 51,6 naar 52,2. De index voor de industrie bleef nagenoeg onveranderd op 52,5. Deze cijfers duiden op aanhoudende economische expansie in de Verenigde Staten. Zeker nu de handelsspanningen met China afnemen, is er ruimte voor verder herstel. In de eurozone bleef de composite index in december constant op 50,6. Opvallend was de verslechtering van de vooruitzichten voor de industrie. De index voor de maakindustrie daalde een vol punt van 46,9 naar 45,9. De vooruitzichten voor de dienstensector verbeterden wel, waardoor de composite index ongewijzigd bleef. Al met al blijven de groeivooruitzichten voor de eurozone mager waarbij de industriële sector de zwakke schakel blijft. Positief is wel dat het Duitse ondernemersvertrouwen voorzichtig herstelt.

Kredietbeoordelaars S&P en Fitch hebben de vooruitzichten voor de kredietwaardigheid van het Verenigd Koninkrijk naar boven bijgesteld. Deze aanpassing was het gevolg van de verkiezingsuitslag waarbij de Conservatieven een duidelijke meerderheid veroverden. Volgens de kredietbeoordelaars is het risico op een no-deal brexit afgenomen. Toch is een harde brexit nog niet van tafel. Boris Johnson wil uiterlijk 31 december 2020 een nieuw vrijhandelsverdrag hebben uitonderhandeld met de Europese Unie. Hij wil niet dat deze datum wordt doorgeschoven en dit wil hij zelfs bij wet laten vastleggen. Dit betekent dat in minder dan een jaar overeenstemming bereikt moet worden over een nieuw handelsakkoord. Dit is ambitieus. Als er geen akkoord wordt bereikt voor eind 2020, gaan de WTO-regels gelden voor de handelsrelatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Het Britse pond daalde door dit nieuws. Ondertussen paste de Bank of England het monetaire beleid niet aan. De beleidsrente bleef ongewijzigd op 0,75%.